Laden en transporteren
VOORZICHTIG
machine vervoert. Controleer de beperkingen ten aanzien van gewicht,
breedte en lengte van de lading. Het transportvoertuig, de oplegger en
de lading moeten voldoen aan de wet- en regelgeving. Zorg dat het
transportvoertuig en de oprijplanken in een goede werkingsconditie
verkeren en dat er voldoende capaciteit voor de lading is.
1. Parkeer het transportvoertuig voor het laden op een stevige, vlakke
ondergrond.
2. Reinig de lader en het transportvoertuig.
3. Bevestig de oprijplanken stevig aan het voertuig om te voorkomen dat ze tij-
dens het laden wegglijden.
VOORZICHTIG
modder, ijs en sneeuw van de oprijplanken. Gebruik metalen oprij-
planken met een antislipoppervlak en opstaande randen aan de uit-
einden om schade aan de banden te voorkomen.
4. Trek de handrem van het transportvoertuig aan en zet de wielen vast met
blokken.
5. Voer alle stappen in 'Op de openbare weg rijden' op pagina 73 uit.
6. Rijd de lader voorzichtig achteruit op het transportvoertuig, zodat de zware
kant van de lader bij de cabine van het transportvoertuig komt.
98
Houd u aan alle geldende wet- en regelge-
ving inzake het wegvervoer wanneer u de
Plaats de oprijplanken niet steiler dan een
hoek van 17° (30%). Verwijder vuil,
50940018/EP0313