Cabinebedieningselementen (alleen cabine)
Bedieningselementen cabineomgeving
De cabineverwarming en de luchtcirculatieventilator worden als volgt bediend:
1. Schuif de hendel (C, Afbeelding 6)
naar achteren om de verwarming
hoger te zetten, en naar voren om
deze lager te zetten.
2. Draai
de
Afbeelding 6) naar rechts om de
snelheid van de circulatieventi-
lator te verhogen, en naar links om
de snelheid te verlagen.
Bedieningselement airconditioning (optie)
De optionele airconditioning wordt geregeld met een knop op het bedieningspa-
neel van de ruitenwissers. U bedient de airconditioning als volgt:
1. Draai de regelknop van de airconditioning naar rechts om het systeem in te
schakelen. De knop heeft drie standen, van stand '0' (uit) tot stand '3' (volledig
ingeschakeld).
2. Draai de regelknop naar links
naar stand '0' om de airconditio-
ning uit te schakelen.
Belangrijk: Gebruik de airconditio-
ning en de cabineverwarming niet
tegelijkertijd. Daarmee wordt de
capaciteit van het elektrische systeem
overschreden en raakt de accu leeg.
58
ventilatorknop
(D,
Afbeelding 6 – Bedieningsele-
menten cabineomgeving
UIT
Afbeelding 7 – Bedieningselement
C
MAXIMUM
airconditioning
50940018/EP0313
D
AAN