Inhoudsopgave
Advertenties
• Gebruik de machine niet om mensen op te tillen of te vervoeren. Laat
nooit iemand op de machine of aanbouwwerktuigen meerijden, omdat ze
eraf kunnen vallen of een ongeluk kunnen veroorzaken.
• Kijk altijd over beide schouders naar achteren, voordat u achteruit gaat
rijden.
• Start de motor alleen wanneer u in de bestuurdersstoel zit en de gordel om
hebt.
• Bedien de bedieningselementen alleen wanneer u in de bestuurdersstoel
zit en de gordel goed om hebt.
• Houd altijd handen en voeten binnen het bestuurderscompartiment terwijl
u met de machine werkt.
• Nieuwe bestuurders moeten eerst in een leeg gebied uit de buurt van
omstanders met de machine oefenen. Oefen met de bedieningselementen,
totdat u veilig en efficiënt met de machine kunt werken.
• Draag indien nodig een veiligheidsbril en gehoor- en hoofdbescherming
wanneer u met de machine werkt. De bestuurder moet indien nodig
beschermende kleding dragen.
• Uitlaatgassen kunnen dodelijk zijn. Gebruik de machine niet in een afge-
sloten ruimte zonder voldoende ventilatie. Inwendige verbrandingsmo-
toren maken de zuurstof in afgesloten ruimtes op en kunnen ernstig
gevaar opleveren als de zuurstof niet wordt aangevuld.
• Rijd niet te dicht bij een uitgraving of greppel. Wees er zeker van dat de
omringende ondergrond sterk genoeg is om het gewicht van de machine
en de lading te dragen.
• Laat nooit iemand onder de geheven hefarm komen. Als de hefarm wordt
neergelaten of als de lading eraf valt, kan dat ernstig of dodelijk letsel
toebrengen.
• Rem niet plotseling af met een lading. Als u plotseling afremt, kan de
lading van het aanbouwwerktuig afvallen of kan de machine omkantelen.
• Let op obstakels die zich boven uw hoofd bevinden. Elk object in de buurt
van de hefarm kan een mogelijk gevaar vormen of ervoor zorgen dat de
gebruiker plotseling moet reageren en een ongeval veroorzaakt. Gebruik
iemand die op de uitkijk staat of signalen geeft bij werkzaamheden in de
buurt van bruggen, telefoonleidingen, steigers op de werkplek of andere
obstakels.
• Vertraag de werksnelheid en rijd langzamer in drukke gebieden of als er
veel mensen zijn. Laat de andere medewerkers van de werkploeg alge-
meen begrepen signalen gebruiken, zodat zij u kunnen waarschuwen om
het werk langzamer uit te voeren of stil te leggen in een potentieel gevaar-
lijke situatie.
• Gebruik een helper die u signalen geeft als u niet het hele werkgebied
goed kunt zien, op plaatsen met veel verkeer en in alle gevallen waarbij u
geen goed zicht hebt.
• Houd uw ledematen uit de buurt van bewegende onderdelen. Anders
kunnen ze geamputeerd worden.
14
50940018/EP0313
Advertenties
Inhoudsopgave
