5. (AL 300-, AL 400- en AL 500-serie) Selecteer de hoge of de lage rijsnelheid
met de schakelaar voor lage/hoge snelheid (H, Afbeelding 34), afhankelijk
van de werkzaamheden en de omstandigheden op de werklocatie.
6. Trap langzaam het gaspedaal in. De rijsnelheid hangt af van de beweging van
het gaspedaal.
WAARSCHUWING
niet plotseling van rijrichting tijdens het rijden.
Opmerking: (AL 400-/AL 500-serie) Een traag of niet reagerend gaspedaal kan
erop wijzen dat dit pedaal niet meer binnen de kalibratie functioneert. Ga naar
uw plaatselijk servicecentrum voor kalibratie van het gaspedaal.
Belangrijk: Als de machine is uitgerust met een handgasklep, gebruikt u het gas-
pedaal om de rijsnelheid te regelen en de handgasklep om de motorsnelheid te
regelen. Zie 'Handgasklep' op pagina 63.
7. Gebruik het rem-/kruippedaal om nauwkeurige controle te hebben over het
rijden en het remmen.
Belangrijk: Gebruik het rem-/kruippedaal niet als voetsteun.
Opmerking: (AL 400-/AL 500-serie) Een traag of niet reagerend rem-/kruippe-
daal kan erop wijzen dat dit pedaal niet meer binnen de kalibratie functioneert.
Ga naar uw plaatselijk servicecentrum voor kalibratie van het rem-/kruippedaal.
78
Rij voorzichtig, zodat u de machine
altijd onder controle hebt. Verander
50940018/EP0313