Remvloeistofreservoir (AL 300-, AL 400- en
AL 500-serie)
Het remvloeistofpeil controleren
1. Voer nu 'Verplichte veiligheidsuitschakelprocedure' op pagina 10 uit.
2. Open de motorkap.
3. Het
remvloeistofreservoir
Afbeelding 99) bevindt zich tegen het
platform aan de voorkant van het
motorcompartiment.
Opmerking: Op machines met aircon-
ditioning bevindt het remvloeistofre-
servoir zich aan de achterkant van de
airconditioningbehuizing.
4. Verwijder voorzichtig de vuldop van
het remvloeistofreservoir (H). Pas op
dat er geen vuil in het reservoir
terechtkomt.
5. Het remvloeistofreservoir moet altijd
ten minste voor de helft gevuld zijn.
Voeg automatische transmissievloeistof bij indien nodig.
Wielen en banden
Wielbevestigingsbouten
Het aanzetmoment van de wielbevesti-
gingsbouten moet worden gecontroleerd,
voordat de machine voor het eerst wordt
bestuurd en vervolgens om de twee uur,
totdat het aanzetmoment van het wiel-
montagemateriaal
heeft. Draai de wielbevestigingsbouten
vast
in
de
(Afbeelding 100). Deze procedure moet
worden herhaald, wanneer u de banden
verwijdert en vervangt. Zie 'Wielen' op
pagina 40 voor specificaties van de aan-
zetmoment van de wielbevestiging, de
velgafmetingen en de inpersdiepte.
50940018/EP0313
zich
gestabiliseerd
weergegeven
volgorde
(G,
H
Afbeelding 99 – Remvloeistofre-
servoir (AL 500-serie zonder air-
conditioning afgebeeld)
6
4
Afbeelding 100 – Vastdraai
volgorde wielbevestigingsbouten
G
1
3
5
2
131