4 Voorbereiding en bediening
Resultaat
4.7.5 Beademingsmodus wisselen
Voorwaarde
74
NL
MEDUMAT Standard
Afhankelijk van de voorinstelling in het operatormenu gaat het
apparaat naar een van de volgende modi met de voor de
patiëntgroep vooringestelde beademingsparameters
(zie "14.1.10 Fabrieksinstellingen noodgevalmodi en
beademingsmodi", pagina 263)
manometerweergave:
•
IPPV
•
BiLevel + ASB (alleen bij geactiveerde optie BiLevel + ASB)
U kunt de vooringestelde beademingsparameters voor de
noodgevalmodi in het operatormenu aanpassen: Operatormenu |
Voorinstellingen patiënt.
Een noodgevalmodus voor een bepaalde patiëntgroep is geactiveerd.
•
Het apparaat is ingeschakeld.
•
Een beademingsmodus is ingesteld.
1. Druk kort op de menutoets
Het gebruikersmenu wordt geopend.
2. Kies met de rechter navigatieknop het veld Modus.
3. Kies de beademingsmodus.
2
en er verschijnt een
.