9 Functiecontrole
9
Functiecontrole
9.1 Termijnen
9.2 Functiecontrole voorbereiden
206
NL
MEDUMAT Standard
Voer met regelmatige tussenpozen een functiecontrole uit:
Betrokken onderdeel
Apparaat
Patiëntencircuit (patiëntencircuit
voor meermalig gebruik)
1. Accustatus controleren: de accu moet volgeladen zijn.
Indien nodig: accu laden of verwisselen.
2. Controleer de volgende onderdelen op uitwendige
beschadigingen:
•
Apparaat
•
Stekkers en kabels
•
Patiëntencircuit
•
Accessoires
Indien nodig: onderdelen vervangen.
3. Controleer het patiëntventiel van het patiëntencircuit
(zie "9.5 Patiëntencircuit voor meermalig gebruik
controleren", pagina
Indien nodig: patiëntencircuit vervangen.
4. Controleer het vulniveau van de zuurstoffles.
Indien nodig: zuurstoffles verwisselen.
2
Termijn
•
Vóór elk gebruik
•
Na elke hygiënische zuivering
•
Na elke reparatie
•
Vóór elk gebruik
•
Na elke hygiënische zuivering
•
Na elke demontage
•
Ten minste om de 6 maanden
215).