7 Beschrijving van de modi
168
NL
MEDUMAT Standard
Beschrijving
Afkorting
Lange vorm
Soort
Voorwaarde
Beademingsparameters
Navigatieknop links
Navigatieknop midden
Navigatieknop rechts
De CPR-modus ondersteunt u bij de cardiopulmonaire reanimatie
volgens de richtlijnen voor reanimatie
beademen", pagina
tussen een modus CPR Handmatig voor de 30:2 en 15:2
beademing en een continue modus CPR IPPV voor de continue
hartmassage. Bij vrijgeschakelde optie CCSV is tevens de continue
modus CPR CCSV beschikbaar. Tussen de afzonderlijke CPR-modi
kan als volgt heen en weer worden geschakeld
de CPR-modus de beademingsmodus wisselen", pagina
MEDUMAT Standard
frequentie van de hartdrukmassage in het algoritme 15:2, 30:2 of
continu aangeeft. Bij de selectie van de patiëntengroep Zuigeling
of Kind laat de metronoom in de modus CPR Handmatig
automatisch de signalen in de frequentie 15:2 horen.
2
CPR
CPR IPPV
Handmatig
Cardiopulmonary Resuscitation
Volumegecontroleerd
geen
geen
Vt
Vt
-
Freq.
•
CPR-
•
modus
•
pMax
•
•
•
(zie "4.7 Patiënt
67). Hierbij maakt de CPR-modus onderscheid
CCSV
2
laat een metronoomgeluid horen dat de
CPR CCSV
Drukge-
controleerd
•
Optie
Flowmeting +
ASB is
geactiveerd
•
Optie CCSV is
geactiveerd
Trigger
•
•
CPR-
•
CPR-modus
modus
•
pInsp
Pauze
•
PEEP
pMax
PEEP
(zie "4.7.12 Binnen
85):
IPPV