Printermenu's
Menuoptie
Domeinzoekvolgorde
DDNS inschakelen
DDNS TTL
Standaard-TTL
DDNS-vernieuwingstijd
mDNS inschakelen
WINS-serveradres
BOOTP inschakelen
Beperkte serverlijst
Opties voor Beperkte
serverlijst
MTU
Raw printerpoort
Maximale snelheid van
uitgaand verkeer
TLS-ondersteuning
SSL-coderingslijst
TLSv1.3 SSL-coderingslijst
Opmerking: Een sterretje (*) naast een waarde geeft aan dat dit een in de fabriek ingestelde waarde is.
SNMP
Opmerking: Dit menu wordt alleen weergegeven op netwerkprinters of printers die zijn aangesloten op
afdrukservers.
Instellingen
De instelling wordt door de
gebruiker gedefinieerd.
Uit*
Aan
De instelling wordt door de
gebruiker gedefinieerd.
Uit
Aan*
De instelling wordt door de
gebruiker gedefinieerd.
Uit*
Aan
De instelling wordt door de
gebruiker gedefinieerd.
Alle poorten blokkeren*
Alleen afdrukken blokkeren
Alleen afdrukken en HTTP
blokkeren
256–1500 Ethernet (1500*)
1–65535 (9100*)
Uit*
Aan
TLSv1.0 inschakelen (Uit*)
TLSv1.1 inschakelen (Uit*)
TLSv1.2 inschakelen (Aan*)
De instelling wordt door de
gebruiker gedefinieerd.
Beschrijving
Een lijst van domeinnamen opgeven om de printer en de
bronnen te zoeken die zich in verschillende domeinen
op het netwerk bevinden.
De dynamische DNS-instellingen bijwerken.
De huidige DDNS-instellingen opgeven.
De multicast DNS-instellingen bijwerken.
Een serveradres opgeven voor Windows Internet Name
Service (WINS).
De BOOTP toestaan een IP-adres van de printer toe te
wijzen.
De IP-adressen opgeven die met de printer mogen
communiceren via TCP/IP.
Opmerkingen:
•
Gebruik een komma om elk IP-adres te scheiden.
•
U kunt maximaal 50 IP-adressen toevoegen.
De toegangsoptie instellen voor IP-adressen die niet in
de lijst staan.
Een MTU-parameter (maximale transmissie-eenheid)
voor de TCP-verbindingen opgeven.
Een raw-poortnummer opgeven voor printers die zijn
verbonden met een netwerk.
De maximale overdrachtsnelheid van de printer
instellen.
Opmerking: Indien ingeschakeld, is de optie voor deze
instelling 100–1000000 kilobits per seconde.
Schakel het Transport Layer Security-protocol in.
Geef de cipher-algoritmen op die moeten worden
gebruikt voor de SSL- of TLS-verbindingen.
358