Installeren, instellen en configureren
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2
Klik in Embedded Web Server op Configuratie exporteren.
3
Selecteer een configuratie om te exporteren,
Opmerking: Afhankelijk van de configuratie die is geselecteerd, worden de bestanden geëxporteerd in
ZIP- of CSV-indeling.
Een configuratiebestand importeren
1
Open een webbrowser en typ het IP-adres van de printer in de adresbalk.
Opmerkingen:
•
Controleer het IP-adres van de printer op het startscherm van de printer. Het IP-adres bestaat uit vier
sets met cijfers gescheiden door punten, bijvoorbeeld: 123.123.123.123.
•
Als u een proxyserver gebruikt, moet u deze tijdelijk uitschakelen zodat de webpagina correct kan
worden geladen.
2
Klik in Embedded Web Server op Configuratie importeren.
3
Blader naar de locatie waar het bestand is opgeslagen.
Opmerking: De bestanden zijn opgeslagen in ZIP- of CSV-indeling.
4
Klik op Importeren.
Beschikbare opties van het printerstuurprogramma toevoegen
Voor Windows-gebruikers
1
Open de printermap.
2
Selecteer de printer die u wilt bijwerken, en voer dan een van de volgende handelingen uit:
•
In Windows 7 of latere versies, kiest u Printereigenschappen.
•
In eerdere versies, kiest u Eigenschappen.
3
Ga naar het tabblad Configuratie en selecteer vervolgens Nu bijwerken - Printer vragen.
4
Pas de wijzigingen toe.
Voor Macintosh-gebruikers
1
Open Printers en scanners.
2
Klik op Printer, Scanner of Fax toevoegen en selecteer vervolgens een printer.
3
Kies een printerstuurprogramma.
4
Pas de wijzigingen toe.
100