JV-2080 Handleiding
F
•
Klankgroepknoppen. Met deze knoppen kiest u een
Tone groep (een bepaalde bank van klanken): User,
Card, Preset, Expansion.
•
[CATEGORY]. Druk op deze knop als u van de
zoekfunctie gebruik wilt maken (zie blz. 15).
G
De functie van deze acht knoppen hangt af van het
display waarin u ze gebruikt. Vandaar de verschillen-
de opdrukken boven en onder de knoppen.
•
TONE SWITCH [1]~[4]. Hiermee schakelt u Tones
in en uit.
•
TONE SELECT [1]~[4]. Hiermee kiest u de Tone
waarvoor u instellingen wilt maken.
•
PART SELECT [1]~[4]. Hiermee kiest u de Part
waarvoor u instellingen wilt maken. U kunt hiermee
ook Parts in- en uitschakelen en het MIDI-ont-
vangstkanaal voor de Patch mode specifiëren.
•
[A]~[H]. Hiermee kiest u klankgroepen.
Achterpaneel
K
K
•
AC-aansluiting. Sluit hier het bijgeleverde netsnoer
aan.
L
•
MIDI IN, OUT en THRU. Via deze connectors kunt
u de JV-2080 op andere MIDI-instrumenten aan-
sluiten. Hiervoor hebt u uiteraard MIDI-kabels
nodig (zie blz. 9).
MIDI IN: dient voor het ontvangen van MIDI-com-
mando's van andere instrumenten.
MIDI OUT: dient voor het zenden van MIDI-data
van de JV-2080 (vooral SysEx).
MIDI THRU: zendt de via MIDI IN ontvangen data
onveranderd uit naar andere instrumenten.
8
H
•
[1-8/9-16] knop. Met deze knop kiest u de benodig-
de groep van Parts (multitimbrale kanalen). Aange-
zien u telkens maar toegang hebt tot 8 Parts (terwijl
er 16 zijn), dient u deze knop te gebruiken om de
groep 1~8 of 9~16 te kiezen.
•
[RX]. Hiermee kunt u Parts in- en uitschakelen en
het MIDI-ontvangstkanaal voor de Patch mode (zie
blz. 31) kiezen.
I
•
DATA CARD-poort. Sluit hier een optionele RAM
kaart (zie blz. 11) aan. Op die kaart kunt u uw eigen
Patches wegzetten. Bovendien hebt u rechtstreeks
toegang tot de Patches op een RAM kaart.
J
•
MIDI MESSAGE-indicator. Deze indicator licht op
wanneer de JV-2080 MIDI-commando's ontvangt.
Op die manier weet u dus meteen of de MIDI-aan-
sluitingen kloppen.
•
[POWER]-knop. Hiermee schakelt u de JV-2080 in
en uit.
L
M
M
•
DIRECT 1- en DIRECT 2-aansluitingen. Deze uit-
gangen zijn stereo en zenden enkel de droge signalen
(zonder effecten) of enkel het effectsignaal (EFX) uit.
N
MIX OUT-aansluitingen. Ook dit zijn stereo-uit-
gangen, die het totaalsignaal uitsturen. Verbind deze
dus met de versterker of het mengpaneel. Is uw ver-
sterker mono, dan hoeft u enkel de MIX OUT L/
Mono uitgang te gebruiken (zie blz. 9).
N