JV-2080 Handleiding
Patch
Tone
Tone
1
2
Voorbeeld 1: deze Patch gebruikt 1 Tone
(Tones 2~4 zijn uitgeschakeld).
Patch
Tone
Tone
1
2
Voorbeeld 2: deze Patch gebruikt vier Tones.
De JV-2080 laat ook toe met Structures te werken,
zodat u telkens twee Tones met elkaar kunt combi-
neren. Zie "Structure pagina" op blz. 82.
7.2 Tips voor het
programmeren van
Patches
Kies een Patch die in de buurt komt van wat
u zoekt
De JV-2080 heeft één groot voordeel en –voor aspi-
ranten programmeurs misschien– ook wel één groot
nadeel. Het voordeel is dat hij veel parameters biedt,
zodat u precies het gewenste geluid kunt program-
meren. En het nadeel is dat hij veel parameters heeft.
Deze uitspraak lijkt op het eerste zicht grappig (en is
ook wel zo bedoeld), maar de moraal van dit verhaal
is dat u, wanneer uw tijd kostbaar is, best altijd eerst
een Patch kiest die al aardig in de buurt komt bij het
geluid dat u in uw hoofd hebt. Vertrek dus nooit van
een koperblazersgeluid als u een elektrische piano
wilt maken. Op die manier wordt het editwerk dus
een "aanpassing" omdat de basis al gelegd is.
Opmerking: In sommige situaties is het handig om weer
van het uitgangspunt te vertrekken en de betreffende instellin-
gen (Patch, Performance of Rhythm Set) te initialiseren. Hoe
u dat doet vindt u op blz. 106.
Beluister iedere Tone
U weet al dat iedere Patch tot vier Tones kan bevat-
ten. Beluister iedere Tone apart en beoordeel welke
invloed hij op het totaalgeluid heeft. Op die manier
komt u er snel achter welke Tones u moet editen.
78
Tone
Tone
3
4
Tone
Tone
3
4
Kijk welke Structure de Patch gebruikt
De Structure Type-parameter (zie blz. 82) bepaalt of
en hoe de vier Tones met elkaar verbonden zijn. Het
is uiteraard erg belangrijk dat u dit weet voordat u de
Tones begint te editen.
Schakel de effecten uit
De ingebouwde effecten van de JV-2080 kunnen een
verregaande invloed op het geluid hebben. Deze
effecten uitschakelen zal in een aantal gevallen dan
ook een drastisch geluidsverschil tot gevolg hebben.
Het verdient aanbeveling om tijdens het editen de
effecten uit te schakelen (zie blz. 37), omdat u dan
tenminste de basisklank van de Patch hoort en de
veranderingen die u aanbrengt beter kunt beoorde-
len. Soms kan een ander effectgeluid zelfs volstaan
om de klank helemaal naar uw hand te zetten.
7.3 Tones in- en
uitschakelen
Volg de onderstaande stappen om de Tones waar-
mee u wilt werken in te schakelen. Desgewenst kunt
u ook een bepaalde Tone apart beluisteren (en de
overige Tones uitschakelen).
1) Kies de Patch die u wilt gebruiken en ga naar de
PATCH Play-pagina.
2) Houd [SHIFT] ingedrukt en druk op een TONE
SWITCH [1]~[4] om de gewenste Tones in (de
indicator licht op) of uit (de indicator dooft) te
schakelen.
Onderaan in het display ziet u naast "Tone" de num-
mers van de Tones die zijn ingeschakeld (uitgescha-
kelde Tones worden aangeduid met "–").
Opmerking: Deze instelling geldt ook voor de Tone
Switch-parameter (zie blz. 87) – en diens instelling wordt ook
hier toegepast.
Opmerking: Wenst u te zien van welke golfvorm de inge-
schakelde Tone gebruik maakt, houd dan [SHIFT] ingedrukt
en druk op [F2] (W.Info).
Er verschijnt nu een venstertje waarin de golfvormen
voor de Tones worden afgebeeld. Voor uitgeschakel-