Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

K(Ey) Range: Nootbereik; Part Param-Pagina - Roland JV-2080 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

JV-2080 Handleiding
Opmerking: Als u een foutje maakt, kunt u steeds op
[UNDO] drukken om de gemaakte wijziging op te heffen en
opnieuw de originele waarde van de parameter te kiezen.
7) Herhaal stap 1~6 tot u alle parameters voor de Per-
formance hebt ingesteld.
8) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PER-
FORM Play-pagina.
Opmerking: Links van de groep verschijnt een "*" om aan
te geven dat de instellingen werden gewijzigd. Vergeet niet de
data weg te schrijven (zie blz. 66) als u de wijzigingen wilt
behouden.
Opmerking: Gemeenschappelijke instellingen voor alle
Parts maakt u op de [F1] (Common) pagina. Zie ook "Naam
wijzigen" op blz. 69 en "Parameters synchroniseren met de
MIDI-klok" op blz. 115.
Opmerking: Met [F6] (Info) kunt u de MIDI-ontvangst-
status van iedere Part nagaan (zie blz. 142).

K(ey) Range: Nootbereik

[PERFORM]
[F2] (K.Range)
Op deze pagina kunt u het nootbereik van iedere
Part afbakenen. Dat is enkel nodig als u verschillende
Patches op verschillende delen van het klavier wilt
spelen (Split).
De afbeelding van een klavier onder de nootbereik
geeft u een maximaal overzicht.
Lower
Upper
Lower
Part nummer
1~16 (Parts 1~16)
Hiermee stelt u –per Part– de boven- en ondergrens
in.
Switch
Hiermee kiest u voor ieder Part of het ingestelde
nootbereik al (ON) dan niet (OFF) actief is.
Opmerking: Met [F2] (K.Range) wisselt u tussen de
afbeelding voor Part 1~8 en 9~16.
74
Upper
Opmerking: U kunt ook voor iedere Tone in een Patch een
nootbereik specifiëren (blz. 83). Als u dat doet klinken de
betreffende Tones enkel in het overlappende gebied tussen
Tone en Part.
Nootbereik van de Performance
Geprogrammeerd nootbereik van de Patch
Enkel deze noten kunnen worden aangestuurd
Opmerking: Als u probeert de ondergrens hoger in te stel-
len dan de bovengrens (of vice versa), dan worden de twee
limieten automatisch op dezelfde noot ingesteld.
Opmerking: Voor een uitgeschakelde Part worden de gra-
fieken op deze pagina in het grijs afgebeeld.

Part Param-pagina

[PERFORM]
[F3] (Part)
Op deze pagina kiest u voor iedere Part de Patch en
maakt u instellingen voor volume, pan, toonhoogte
en polyfonie.
Patch Group
Met deze parameter kiest u de groep die de gewenste
Patch (of, in het geval van Part 10, Rhythm Set)
bevat.
Opmerking: Als u liever uit een SOUND LIST kiest mag u
op de [VALUE]-regelaar drukken.
Opmerking: Ook de zoekfunctie (blz. 33) kunt u hier
gebruiken.
Opmerking: De "niet-standaard" datadragers (kaarten
en geheugenuitbreidingen) kunt u enkel selecteren als u ze
hebt aangesloten c.q. ingebouwd.
Opmerking: Als u XP-A~H selecteert, verschijnt de naam
van de geheugenuitbreiding onderaan in het display.
Patch Number
Deze parameter dient dan weer voor de keuze van de
Patch uit de zojuist opgeroepen Patch-groep. De
naam van de gekozen Patch verschijnt tussen haakjes
Part Level (0~127)
Deze parameter laat toe om de Parts van een Perfor-
mance in balans te zetten. Vindt u een bepaalde Part
dus te hard of te zacht klinken, dan kunt u dat hier
veranderen.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave