Inhoudsopgave
Advertenties
(*) Manual (100Hz~8kHz)
Hiermee stelt u het frequentiebereik in waarbinnen
het golvende effect werkzaam is.
(*) Rate (0,05~10,0 Hz)
De frequentie van de golfbeweging kan in stappen
van 1,1 Hz worden ingesteld. Hoe hoger de waarde,
hoe sneller het golfeffect.
Depth (0 - 127)
De diepte van het golfeffect. Hogere waarden veroor-
zaken een "diepere" golfbeweging in het geluid.
Resonance (0 - 127)
Hiermee stelt u het Feedback-volume (de "terugkop-
peling") in. Hoe hoger het Feedback-volume, des te
sterker het Phaser-effect.
Mix (0 - 127)
Stelt de verhouding in tussen de uit-fase klank en het
originele signaal. Hoe groter de Mix-waarde, des te
hoger het volume van het effect. Wanneer de waarde
"0" is ingesteld, wordt geen geluid uitgestuurd (ten-
zij het Phaser-effect niet is ingeschakeld).
Pan (L64~0~63R)
Met deze parameter bepaalt u waar het geluid van de
Phaser zich bevindt. L64 betekent helemaal links en
63R helemaal rechts.
Level (0~127)
Met deze parameter stelt u het uitgangsniveau van de
Phaser in. Dat is soms nodig omdat bepaalde instel-
lingen tot een drastisch volumeverlies of net een
volumetoename kunnen leiden.
Spectrum
Het Spectrum-effect is eveneens een filter, dat echter
iets anders werkt dan de Stereo Equalizer (zie
blz. 45). Hier zijn de frequentiebanden namelijk
voorgeprogrammeerd en zodanig gekozen dat tel-
kens "karakteristieke" frequenties kunnen worden
opgehaald of afgezwakt.
L in
Spectrum
R in
Band 1 (-15dB~+15dB)
Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond
250Hz in.
Band 2 (-15dB~+15dB)
Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond
500Hz in.
Enhancer
L in
R in
L out
Pan L
Pan R
R out
EFX-types en -parameters, Effectstructuur kiezen
Band 3 (-15dB~+15dB)
Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond
1kHz in.
Band 4 (-15dB~+15dB)
Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond
1,25kHz in.
Band 5 (-15dB~+15dB)
Volume van de frequenties rond 2kHz.
Band 6 (-15dB~+15dB)
Hiermee stelt u het volume van de frequenties rond
3,15kHz in.
Band 7 (-15dB~+15dB)
Volume van de frequenties rond 4kHz.
Band 8 (-15dB~+15dB)
Volume van de frequenties rond 8kHz.
Width (1~5)
Met deze instelling bepaalt u de bandbreedte van de
filterfrequenties. Hoe groter de waarde, hoe "smal-
ler" de frequentiebanden worden.
(*) Pan (L64~0~63R)
Met deze parameter bepaalt u waar het geluid van het
Spectrum-effect zich bevindt. L64 betekent helemaal
links en 63R helemaal rechts.
(*) Level (0~127)
Met deze parameter stelt u het uitgangsniveau van
Het Spectrum-effect in. Dat is soms nodig omdat
bepaalde instellingen tot een drastisch volumeverlies
of net een volumetoename kunnen leiden.
Enhancer
Mix
Enhancer
Mix
Een Enhancer zorgt voor een versterking van de
boventonen, wat het geluid transparanter ("beter
hoorbaar") maakt.
(*) Sens (0~127)
Hiermee stelt u de diepte van het Enhancer-effect in.
(*) Mix (0~127)
Met deze parameter bepaalt u de verhouding tussen
het originele signaal en het signaal dat door de
Enhancer wordt gehaald.
2-Band
L out
EQ
2-Band
R out
EQ
47
Advertenties
Inhoudsopgave
