Parameters aansturen met
11.
MIDI-speelhulpen
Een aantal EFX- of Tone-parameters kunt u aansturen met speelhulpen (modulatiehendel, voetschakelaar, zwelpe-
daal, enz.) op een extern MIDI-instrument. Dat kan uiteraard tijdens het spelen, wat een duidelijke bonus betekent
voor de expressieve mogelijkheden van de JV-2080.
11.1 EFX-parameters
aansturen
De parameters die voor de EFX kunt aansturen wor-
den in het overzicht op blz. 45 ff. aangeduid met een
"#" (deze parameters liggen vast voor ieder EFX
Type). In sommige gevallen kunt u twee parameters
tegelijk aansturen (deze koppels worden respectieve-
lijk als #1 en #2 aangeduid, blz. 56). De instellingen
omtrent het sturen van parameters kunt u apart
maken voor iedere Patch, Performance, Rhythm Set
en voor het GM System.
1) Kies het EFX Type. Dit doet u op de General-pagina
van de effecten (blz. 37, 40).
2) Ga vanuit de Play-pagina waar u zich bevindt naar
de EFX Control-pagina:
Performance of GM
System
Patch of Rhythm Set
Zoals u intussen weet, kunt u in een Performance 3
EFX-effecten tegelijk gebruiken. Door herhaaldelijk
op [F3] (Ctl) te drukken, gaat u achtereenvolgens
naar de EFX-A, EFX-B en EFX-C Control-pagina's.
[F5] (Effects)→[F3] (FX Ctl)
[F6] (Effects)→[F3] (EFX
Ctl)
Parameters aansturen met MIDI-speelhulpen, EFX-parameters aansturen
Opmerking: Als u voor Performance EFX-A~C Source een
waarde van Part 1~9 of 11~16 kiest, verschijnt er een "*"
rechtsboven in het display zodra u de cursor op een EFX-
parameter plaatst. Daarmee wordt aangegeven dat u nu een
Patch EFX Control-parameter instelt.
3) Plaats de cursor op de parameter die u wilt instel-
len.
4) Kies met de [VALUE]-regelaar of met [INC]/[DEC]
de gewenste waarde.
Opmerking: Als u een foutje maakt,kunt u op [UNDO]
drukken om de gemaakte wijziging op te heffen en opnieuw de
originele waarde van de parameter te kiezen.
5) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-
pagina.
Opmerking: Links van de groep verschijnt een "*" om aan
te geven dat de instellingen werden gewijzigd. Vergeet niet de
data op te slaan (zie blz. 66) als u de wijzigingen wilt behou-
den.
<Control Source:Depth>
Voor elk van de twee aanstuurbare EFX parameters
(EFX Ctrl 1 en 2) bepaalt u welke speelhulp gebruikt
wordt (Control Source) en het waardenbereik ervan
(Depth).
Om welke parameters het gaat is uiteraard afhanke-
lijk van het geselecteerde EFX Type. Laat het geselec-
teerde Type slechts sturing van één parameter toe,
dan ziet u op de plaats van EFX Ctrl 2 "(----------)".
Depth
Kies een positieve (+) waarde als u de parameter in
de "plus" richting (hogere waarde, meer naar rechts,
sneller enz.) wilt aansturen of een negatieve (–)
waarde als richting "min" wilt (lagere waarde, meer
naar links, trager enz.). Hoe groter de waarde (+ of
–), hoe intenser de parameter wordt gemoduleerd.
De basiswaarde van de parameters kiest u op de EFX
Param-pagina (blz. 45).
109