Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

JV-2080 Handleiding
Mix/EFX Send Level
Hiermee stelt u het volume in waarmee iedere Tone
naar de uitgangen wordt gezonden.

Performance

Binnen een Performance kunt u tot drie verschillen-
de EFX-types gebruiken.
Ook hier is de Output Assign-parameter van cruciaal
belang. Het onderstaande schema helpt u beslissen
welke de juiste Output Assign optie voor uw situatie
is.
Output Assign en Send Level
voor iedere Tone (Patch) of
percussie-instrument
(Rhythm Set) gebruiken?
Nee
EFX ?
Nee
Opmerking: Nadat u de Output Assign-optie hebt geko-
zen stelt u best de EFX-A~C Source in.
Hieronder geven we u eerst de algemene werkwijze
voor het instellen van Performance-effecten, daarna
laten we zien welke parameters er beschikbaar zijn
voor de individuele Parts enerzijds en de hele Perfor-
mance anderzijds.
1) Kies de Performance die u wilt gebruiken.
2) Druk op [EFX][CHORUS]/[REVERB] (de indica-
tors lichten op).
3) Druk op [F5] (Effect).
4) Druk op [F1] (General).
U komt terecht op de General-pagina. Komt u echter
terecht op de EFX Information pagina (zie blz. 42),
druk dan nogmaals op [F1] (General).
5) Kies met Part SELECT [1/9]~[8/16] de Part waar-
voor u parameters wilt instellen.
Om één van de Parts 9~16 te kiezen moet u eerst op
de [1-8/9-16] knop drukken (de indicator licht op).
De indicator knippert en het Part nummer verschijnt
linksboven in het display.
Effectparameters van de Performance
Part parameters
Naam van de parameter waarop de cursor zich bevindt
40
Part Output
Assign optie
Ja
PAT-A—C
Ja
EFX-A—C
Ja
MIX
Reverb of
Chorus ?
Nee
DIR1, 2
Opmerking: Deze stap is niet nodig als u instellingen voor
de Performance in zijn geheel wilt maken.
6) Plaats de cursor op de parameter die u wilt instel-
len.
7) Kies met de [VALUE]-regelaar of met [INC]/[DEC]
de gewenste waarde.
Opmerking: Als u een foutje maakt kunt u op [UNDO]
(naast de [SHIFT]-knop) drukken om de gemaakte wijziging
op te heffen en opnieuw de originele waarde van de parameter
te kiezen.
8) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Perfor-
mance Play-pagina.
Opmerking: Links van de Performance-groep verschijnt
nu een "*", om aan te geven dat u de instellingen hebt gewij-
zigd en die wijzigingen nog niet hebt opgeslagen. Kiest u nu
een andere Performance of schakelt u de JV-2080 uit, dan
gaan de gemaakte wijzigingen verloren. Hoe u ze kunt
opslaan leest u op blz. 66.
Opmerking: De effecten die u met de [EFX], [CHORUS]
en [REVERB] knoppen hebt uitgeschakeld worden in het
General-display door een stippellijn omrand.
Opmerking: Na stap 4 kunt u op [F6] (Palette) drukken
om de instellingen voor acht Parts (1~8 of 9~16) tegelijk te
zien. Dat is handig als u ze tijdens het instellen voortdurend
wilt vergelijken. Door nogmaals op [F6] te drukken belandt u
opnieuw op de General-pagina. De naam van de Part waar u
dan terechtkomt staat vermeld boven de [F6] knop (waar
anders "Palette" staat).
Als Output Assign op "EFX-A~C"
of "PAT-A~C" staat
De belangrijkste EFX parameters voor een Perfor-
mance zijn waarschijnlijk "Output Assign" en "EFX-
A~C Source". Stel dit tweetal eerst in als u een Per-
formance van EFX wilt voorzien.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave