FL2
LFO2 Filter Depth
AL1
LFO1 Level Depth
AL2
LFO2 Level Depth
pL1
LFO1 Pan Depth
pL2
LFO2 Pan Depth
L1R
LFO1 Rate
L2R
LFO2 Rate
Opmerking: Als u de Structure Type 1&2 en 3&4 parame-
ters (Structure pagina [PATCH]→[F1] (Common)→[F3]
(Struct)) op één van de Types 2~10 hebt ingesteld, worden de
uitgangssignalen van Tone 1 en 2 samengevoegd in Tone 2,
terwijl die van Tone 3 en 4 worden samengevoegd in Tone 4.
Tone 1 en 3 nemen de waarden van de PAN, MIX, CHO,
REV, pL1 en pL2 parameters in dat geval over van respectie-
velijk Tone 2 en 4.
Depth
Kies een positieve (+) waarde als u de parameter in
de "plus" richting (hogere waarde, meer naar rechts,
sneller, enz.) wilt wijzigen of een negatieve (–) waar-
de als richting "min" wilt (lagere waarde, meer naar
links, trager, enz.). Hoe groter de waarde (+ of –),
hoe intenser de parameter wordt gemoduleerd. De
basiswaarde van de parameters kiest u op de pagina's
die in de bovenstaande tabel worden aangegeven.
Controlecommando's aanhouden
De controlecommando's waarmee u Tone-parame-
ters wijzigt kunt u met Hold 1- enz. commando's
"aanhouden", zodat de gewijzigde waarde behouden
blijft zolang u het Hold- enz. pedaal ingedrukt
houdt.
1) Kies de Patch die u wilt gebruiken en ga naar de
PATCH Play-pagina.
2) Druk op [F1] (Common).
3) Druk op [F2] (Control) om naar de Common Con-
trol-pagina te gaan.
4) Plaats de cursor op de parameter die u wilt instel-
len.
5) Kies met de [VALUE]-regelaar of met [INC]/[DEC]
de gewenste waarde.
Opmerking: Als u een foutje maakt, kunt u steeds op
[UNDO] drukken om de gemaakte wijziging op te heffen en
opnieuw de originele waarde van de parameter te kiezen.
Parameters aansturen met MIDI-speelhulpen, Tone-parameters aansturen
6) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de PATCH
Play-pagina.
Opmerking: Links van de Patch-groep verschijnt een "*"
om aan te geven dat de instellingen werden gewijzigd. Vergeet
niet de data op te slaan (zie blz. 66) als u de wijzigingen wilt
behouden.
Control Source:Peak&Hold (Off, Hold, Peak)
Deze parameter slaat op het al dan niet aanhouden
van het controlecommando waarmee u de geselec-
teerde Tone parameter aanstuurt.
De Hold commando's gelden niet voor deze
OFF
speelhulp.
De parameterwaarde wordt aangehouden als
HOLD
de JV-2080 een Hold-commando ontvangt.
In principe wordt de parameterwaarde aan-
gehouden. Zendt u echter tijdens deze "aan-
houdfase" een grotere waarde dan de aange-
houden waarde, dan wordt die ingesteld en
PEAK
aangehouden tot er weer een grotere waarde
wordt ontvangen. Dit geldt alleen zolang de
JV-2080 een Hold = 127 commando ont-
vangt.
Kiest u Hold of Peak, dan moet u ook bepalen welke
Hold-pedaalinformatie hiervoor wordt gebruikt.
Dat doet u met Hold Control Source en Peak Con-
trol Source. De opties die u voor deze parameters
kiest worden onderaan in het display afgebeeld.
Instellen gebeurt als volgt:
1) Druk op [SYSTEM] (de indicator licht op).
2) Druk op [F4] (Control) om naar de Control
Source-pagina te gaan.
Komt u in de Control Assign-pagina terecht, druk
dan nogmaals op [F4] (Control).
3) Plaats de cursor op de "Hold" of "Peak" parameter
(kies de optie die u hierboven voor Peak&Hold
hebt gekozen).
4) Kies met de [VALUE]-regelaar of met [INC]/[DEC]
het gewenste MIDI-commando:
OFF
HOLD-1
SOSTENUTO
SOFT
HOLD-2
Niet gebruikt
Hold 1 (CC64)
Sostenuto (CC66)
Soft-pedaal (CC67)
Hold 1 (CC69)
113