Inhoudsopgave
Advertenties
met de Pan parameter van de Tones welk effect ze
passeren (L= Chorus, R= Delay).
4.1 Chorus-instellingen
wijzigen
Naast de Chorus effecten van de EFX is er natuurlijk
ook nog de klassieke "algemene" Chorus. De para-
meters hiervan kunt u instellen voor iedere Perfor-
mance, iedere Patch en voor GM System.
Opmerking: Rhythm Sets maken steeds gebruik van de
instellingen voor de Performance die zich in het buffergeheu-
gen bevindt (zie blz. 32).
1) Ga naar de Chorus-pagina. Hoe u daar terechtkomt
hangt af van de pagina waaruit u vertrekt:
Vanuit een Performance of GM System
→
[F5] (Effects)
[F4] (Chorus)
Vanuit een Patch of Rhythm Set
→
[F6] (Effects)
[F4] (Chorus)
2) Plaats de cursor op de parameter die u wilt instel-
len.
3) Kies met de [VALUE]-regelaar of met [INC]/[DEC]
de gewenste waarde.
Opmerking: Met [UNDO] kunt u een gewijzigde parame-
ter opnieuw zijn originele waarde geven.
4) Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-
pagina.
Level (0~127)
Hiermee bepaalt u het volume van het Chorus effect.
Hoe groter de waarde, hoe duidelijker u het Chorus
effect hoort.
Opmerking: Deze parameter is gekoppeld aan de Chorus
Level-parameter op de General-pagina.
Rate (0~127)
De Rate-parameter dient voor het programmeren
van de modulatiesnelheid van de Chorus. Hoe groter
de waarde, hoe sneller de Chorus.
Depth (0~127)
Hiermee bepaalt u de diepte van de modulatie. Hoe
groter de waarde, hoe uitdrukkelijker de zwevingen
van de Chorus.
EFX-types en -parameters, Chorus-instellingen wijzigen
Pre-Delay (0~127)
Hiermee bepaalt u de vertraging van de Chorus t.o.v.
het begin van het originele signaal. Hoe groter deze
waarde, hoe langer het duurt voordat de Chorus
begint te werken.
Feedback (0~127)
De intensiteit van de terugkoppeling. "Terugkoppe-
ling" betekent dat een deel van het bewerkte signaal
nogmaals door het effect (in casu de Chorus) wordt
gehaald. Met deze parameter kunt u het Chorus
effect complexer maken.
Output
Hiermee bepaalt u de "aansluiting" van het Chorus
signaal.:
De Chorus wordt naar MIX OUTPUT
MIX
gestuurd.
De Chorus wordt met het Reverb-effect ver-
REV
bonden.
De Chorus gaat zowel naar MIX OUTPUT als
M+R
naar de Reverb.
Opmerking: Deze parameter is gekoppeld aan de Chorus
Output Assign-parameter op de General-pagina.
4.2 Reverb-instellingen
wijzigen
Naast de Reverb-effecten van de EFX is er natuurlijk
ook nog de klassieke "algemene" Reverb. De para-
meters hiervan kunt u instellen voor iedere Perfor-
mance, iedere Patch en voor het GM System.
Opmerking: Rhythm Sets maken steeds gebruik van de
instellingen voor de Performance die zich in het buffergeheu-
gen bevindt (zie blz. 32).
1) Ga naar de Reverb-pagina. Hoe u daar terechtkomt
hangt af van de pagina waaruit u vertrekt:
Vanuit een Performance of GM System
→
[F5] (Effects)
[F5] (Reverb)
Vanuit een Patch of Rhythm Set
→
[F6] (Effects)
[F5] (Reverb)
63
Advertenties
Inhoudsopgave
