Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemene Veiligheidsvoorschriften; Veiligheid Tijdens Transport En Installatie - Atlas Copco QAS 14 Kd S5 ESF Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Atlas Copco wijst alle verantwoordelijkheid van de hand
voor schade of letsel als gevolg van het niet in acht
nemen van deze voorschriften, onoplettendheid en
roekeloosheid tijdens het transporteren, bedienen,
onderhouden, repareren en reviseren van de Atlas Copco
apparatuur, ook wanneer dit niet uitdrukkelijk werd
vermeld in deze handleiding.
De fabrikant is ook niet aansprakelijk voor schade die is
ontstaan door het gebruik van niet-originele onderdelen
en voor wijzigingen, toevoegingen of veranderingen die
zijn aangebracht zonder de voorafgaande schriftelijke
toestemming van de fabrikant.
Als een bepaald voorschrift uit deze handleiding niet
overeenkomt met de plaatselijke wetgeving, moet de
strengste van beide regels worden nageleefd.
Deze veiligheidsvoorschriften mogen niet worden
geïnterpreteerd
als
suggesties,
aanmoedigingen
voor
het
overtreden
toepasselijke wetten en reglementen.
1.2
Algemene
veiligheidsvoorschriften
1
De eigenaar is ervoor verantwoordelijk dat de
machine in een veilige staat van werking gehouden
wordt.
Onderdelen
en
toebehoren
vervangen worden indien ze ontbreken of geen
veilige werking meer garanderen.
2
De werkleider of verantwoordelijke persoon moet
zich te allen tijde ervan overtuigen dat alle
instructies met betrekking tot de werking en het
onderhoud van de machine en installatie strikt
worden opgevolgd. Ook dient hij ervoor te zorgen,
dat
de
machine
met
alle
veiligheidsvoorzieningen, alsook de aangesloten
apparatuur in goede staat zijn, vrij van abnormale
slijtage en dat alle onderdelen in originele staat zijn
en naar behoren functioneren.
3
Wanneer er een vermoeden bestaat of wanneer er
aanwijzingen zijn dat een onderdeel in de machine
oververhit is geraakt, dient u de machine uit te
schakelen. U mag echter geen inspectieluiken
openen voordat voldoende afkoeltijd in acht is
genomen. Zo wordt voorkomen dat oliedamp
spontaan zou ontvlammen door de toevoer van
lucht.
4
Normale
temperaturen,
permanente wijze aangegeven worden.
5
Gebruik de machine alleen voor het beoogde doel
en binnen de nominale limietwaarden (druk,
temperatuur, toerentallen, enz.).
aanbevelingen
of
6
Hou de machine en installatie schoon door de
van
de
machine zoveel mogelijk vrij te houden van olie,
stof en andere afzettingen.
7
Inspecteer en reinig de warmteoverdrachtsopper-
vlakken (koelers, tussenkoelers, watermantels, enz.)
om een toename van de bedrijfstemperatuur te voor-
komen. Zie het onderhoudsschema.
8
Alle regeluitrustingen en beveiligingen moeten
moeten
zorgvuldig worden onderhouden zodat ze goed
functioneren. Ze mogen niet worden uitgeschakeld.
9
De nauwkeurigheid van drukmeters en thermome-
ters moet regelmatig worden gecontroleerd. Ze
moeten worden vervangen als de afwijking de toe-
gestane tolerantie overschrijdt.
10 Beveiligingen moeten getest worden zoals beschre-
ven in het onderhoudsschema van de handleiding,
toebehoren
en
om te zien of ze nog in goede staat verkeren.
11 Let op de pictogrammen en informatielabels op het
toestel.
waarden
(bijv.
drukwaarden,
toerentallen,
enz.)
moeten
op
- 8 -
12 Waar veiligheidslabels verdwenen of beschadigd
zijn, moeten deze worden vervangen om de veilig-
heid van de operator te garanderen.
13 Hou de werkomgeving schoon. Het gebrek aan orde
kan de kans op ongevallen vergroten.
14 Draag beschermende kleding wanneer u aan de
machine werkt. Dit zijn, afhankelijk van de aard van
de werkzaamheden: veiligheidsbril, gehoorbescher-
ming, veiligheidshelm (met beschermend vizier),
veiligheidshandschoenen, beschermende kleding,
veiligheidsschoenen. Draag geen lang, los haar
(bescherm lang haar met een haarnet) of losse kle-
ding of sieraden.
15 Neem voorzorgsmaatregelen tegen brand. Ga
voorzichtig
om
met
brandstof,
antivriesmiddel, omdat dit brandbare stoffen zijn.
Rook niet en gebruik geen open vuur in de buurt
van deze stoffen. Zorg er altijd voor dat u een
brandblusser bij de hand heeft.
16a Mobiele generatoren (met aardingspen):
Zorg ervoor dat de generator en de belasting goed
worden geaard.
16b Mobiele generatoren IT:
Opmerking: Deze generator dient voor de
opwekking van wisselstroom (IT-net).
Zorg ervoor dat de belasting goed wordt geaard.
1.3
Veiligheid tijdens transport en
installatie
Voordat een machine wordt opgehesen, moeten alle losse
of draaiende delen, zoals deuren en trekstang, veilig
vastgezet worden.
Bevestig nooit kabels, kettingen of touwen direct aan het
hijsoog; gebruik een hijshaak of -beugel die beantwoordt
aan de plaatselijke veiligheidsvoorschriften. Zorg ervoor
olie
en

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Qas 20 kd s5 esfD1705m-e4bgV2203m-e4bg

Inhoudsopgave