Inhoudsopgave
Advertenties
– Controleer of het voltage tussen de fasen identiek
is en of de nominale stroom niet wordt
overschreden.
– Indien er éénfasige belastingen aangesloten zijn
aan de uitgangsklemmen van de generator, zorg er
dan voor dat de belastingen gelijkmatig verdeeld
zijn.
– Als stroomonderbrekers tijdens de werking
worden geactiveerd, schakel dan de belasting uit
en stop de generator. Controleer en verlaag, indien
nodig, de belasting.
Tijdens de werking mogen de
!
deuren van de generator slechts
kortstondig geopend blijven om bv.
routinecontroles uit te voeren.
4.3.3
Stoppen
– In manuele modus:
•
Schakel de belasting uit.
•
Schakel stroomonderbreker Q1 uit.
•
Druk op de STOP-knop om de generator te
stoppen.
– In AUTO-modus:
•
Schakel de belasting uit.
•
In de eilandmodus stopt de generator de
motor door een stopcommando (bijv. een start-
/stopsignaal op afstand of een ingestelde
timer).
•
In de AMF-modus schakelt de machine terug
naar stroomtoevoer wanneer de netstroom
terugkeert.
Deze
terugkeer
stroomtoevoer van het net gebeurt wanneer de
ingestelde "Net OK vertraging" verlopen is.
•
In
de
Lastovername-modus
generator terug naar de netstroom wanneer een
stopcommando wordt ontvangen (bijv. een
start-/stopsignaal op afstand of een ingestelde
timer).
– Na de afkoelperiode zal de generator automatisch
worden uitgeschakeld.
– Draai de startschakelaar S20 in de stand O (UIT)
om de spanning naar de Qc2103™ controller uit te
schakelen.
– Sluit alle deuren af om toegang door onbevoegden
te voorkomen
4.3.4
De Qc2103™ instellen
naar
de
keert
de
- 36 -
4.3.4.1
Drukknop- en LED-functies
De volgende drukknoppen worden gebruikt op de
Qc2103™:
11
12 13
14 15
1
2
3 4
5 6
1
START: Hiermee kan de motor
worden gestart (manuele
bedrijfsmodus).
2
STOP: Hiermee kan de motor
worden gestopt (manuele
bedrijfsmodus).
MB SLUITEN: Hiermee wordt de
3
netonderbrekerschakelaar van de
generator manueel gesloten (alleen
in de manuele bedrijfsmodus).
7
8
9
10
Advertenties
Inhoudsopgave
