9.3.7.2
3-fasig - 3-fasig
De generator kan in twee verschillende modi werken:
3-fasig, lage spanning
In
deze
modus
levert
de
uitgangsspanning van 230 V. (IT = actief)
3-fasig, hoge spanning
In
deze
modus
levert
de
uitgangsspanning van 400 V. (ELR = actief)
Q1.1 .... Stroomonderbreker voor lage
spanning, hoge stroom
Onderbreekt de laagspanningsstroomtoe-
voer naar X1, wanneer er zich een kortslui-
ting voordoet aan de zijde van de belasting of
generator
een
wanneer de overstroombeveiliging (QAS
14: 32 A, QAS 20: 50 A) in werking treedt.
Hij moet manueel gereset worden nadat het
probleem verholpen werd.
generator
een
Q1.2 .... Stroomonderbreker voor hoge
spanning, lage stroom
Onderbreekt de hoogspanningsstroomtoe-
voer naar X1, wanneer zich een kortsluiting
voordoet aan de zijde van de belasting of
wanneer de overstroombeveiliging (QAS
14: 20 A, QAS 20: 32 A) in werking treedt.
Hij moet manueel gereset worden nadat het
probleem verholpen werd.
R12 ..... Spanningsregeling
Laat toe de uitgangsspanning te regelen.
AMF-werking is niet mogelijk met een
!
generator met dubbele spanning.
Afhankelijk van de modus waarin de generator werkt,
zal stroomonderbreker Q1.1 of stroomonderbreker
Q1.2 operationeel zijn.
- 73 -
Stroomonderbrekers Q1.1 en Q1.2 kunnen niet
tegelijkertijd worden ingeschakeld. Dit wordt belet
d.m.v. de bijkomende spanningskeuzerelais S10b en
S10c (raadpleeg de Circuit diagrams).
De keuze tussen de twee modi gebeurt d.m.v. S10.
S10......Keuzeschakelaar uitgangsspanning
Laat u toe te kiezen tussen een 3-fasige hoge
uitgangsspanning of een 3-fasige lage
uitgangsspanning. De keuzeschakelaar S10
bevindt zich op de alternator.
De uitgangsspanning veranderen is
!
enkel toegelaten nadat de generator is
gestopt.
Regel de uitgangsspanning d.m.v. de
potentiometer R12 tot de vereiste
waarde, na verandering ervan d.m.v.
de keuzeschakelaar S10.
9.3.8
IT-relais
De generator is bedraad voor een IT-net; dat betekent
dat er geen voedingsleidingen van de elektrische
voeding rechtstreeks zijn geaard. Een isolatiefout die
resulteert in een te lage isolatieweerstand wordt
gedetecteerd door het isolatiebewakingsrelais.