4
MAN
Een brandende LED wijst erop
dat de manuele modus actief is.
Een groene knipperende led wijst
erop dat de blokkeermodus actief
is.
5
AUTO
LED duidt aan dat de automati-
sche modus actief is.
6
Mains OK
LED is groen indien het net aan-
wezig en OK is.
LED is rood bij netstoring.
LED knippert groen wanneer
de netspanning terugkeert tij-
dens de "Mains OK" vertra-
gingstijd.
7
MB AAN
LED duidt aan dat de netonder-
brekerschakelaar gesloten is.
8
GB aan
LED duidt aan dat de stroomon-
derbreker van de generator geslo-
ten is.
9
Hz/V ok
LED duidt aan dat spanning en
frequentie aanwezig en OK zijn.
10 Run
LED duit aan dat bedrijfsfeed-
back aanwezig is.
4.3.4.2
Menuoverzicht Qc2103™
De Qc2103™ display bevat de onderstaande
menusystemen
die
kunnen
worden
weergegeven zonder wachtwoord:
– Weergavemenu:
De weergavemenu's zijn de menu's die de operator
dagelijks gebruikt. Er zijn 20 configureerbare
weergaveschermen met tot drie configureerbare
displayregels op elk scherm. De configuratie van
de weergave gebeurt via de PARUS-software.
1
Generatorset-modus en bedrijfsmodus
2
Metingen met betrekking tot operationele status
3
Bedrijfsuren
- 38 -
– Logmenu:
Dit menu bevat gebeurtenissen-, alarm- en
gebruikt/
batterijlogs.
– Menu instellingen:
Dit menu wordt gebruikt om de machine in te
stellen en wanneer de operator gedetailleerde
informatie nodig heeft die niet beschikbaar is in
het weergavemenu.
Om parameterinstellingen te wijzigen is een
wachtwoord nodig.
– Alarmlijst:
1
Deze lijst geeft de actieve bevestigde en
onbevestigde alarmen weer. Alarmen kunnen
2
worden bevestigd door op de ENTER-knop te
drukken.
3
– Servicemenu:
Dit menu bevat invoer-, uitvoer-, M-Logic-status
en gegevens over de machine.
U kunt tussen de menu's schakelen met de knoppen
OMHOOG en OMLAAG.
Weergavevoorbeelden:
De softwareversie is terug te vinden in het
servicemenu: