MB OPENEN: Hiermee wordt de
4
netonderbrekerschakelaar van de
generator manueel geopend (alleen
in de manuele bedrijfsmodus).
GB SLUITEN: Hiermee wordt de
5
stroomonderbreker van de
generator manueel gesloten (alleen
in de manuele bedrijfsmodus).
GB OPENEN: Hiermee wordt de
6
stroomonderbreker van de
generator manueel geopend (alleen
in de manuele bedrijfsmodus).
7
AUTO: Hiermee wordt de
generator in de automatische
bedrijfsmodus gezet.
8
TEST: Hiermee wordt de
generator in de testmodus gezet.
9
LAMPTEST: Hiermee wordt een
lamptest uitgevoerd.
10
MAN: Hiermee wordt de generator
in de modus MANUEEL/
BLOKKEREN gezet.
Druk een keer op MAN om de
manuele modus te activeren en
twee keer om de blokkeermodus
te activeren.
11
CLAXON RESETTEN: Hiermee
wordt het claxonrelais gereset.
Houd
de
knop
RESETTEN
ingedrukt om de alarmlijst te
openen.
12
UP: Wordt gebruikt om naar boven
te scrollen door de informatie op
het display en om de waarde van
parameters te verhogen.
13
DOWN: Wordt gebruikt om naar
beneden te scrollen door de
informatie op het display en om de
waarde van parameters te verlagen.
14
ENTER: Hiermee worden menu's
geopend, waarden ingevoerd en
alarmen bevestigd.
15
TERUG: Hiermee worden menu's
verlaten zonder wijzigingen en
worden pop-upberichten
verwijderd.
- 37 -
De volgende LED's worden gebruikt op de Qc2103™:
1 2
CLAXON
2
seconden
1
Alarm
2
Vermogen
3
Door de ge-
bruiker con-
figureerbare
indicators
3
10
9
8
7
6
5
4
Knipperende LED geeft aan dat
er niet-bevestigde alarmen aan-
wezig zijn.
Een brandende LED wijst erop
dat alle alarmen bevestigd zijn,
maar dat sommige wel nog actief
zijn.
Groene LED duidt aan dat de
hulpvoeding is ingeschakeld.
Groene LED duidt aan dat de con-
troller operationeel is.
Rode LED duidt aan dat de self-
check mislukt is.
4 LED's met selecteerbare indica-
tiefunctie. Het selecteren gebeurt
door middel van PARUS-soft-
ware.