– Laat voldoende ruimte vrij voor bediening,
controle en onderhoud (minstens 1 meter aan elke
zijde).
– Controleer of het interne aardingssysteem
beantwoordt aan de plaatselijke wetgeving.
– Gebruik
koelvloeistof
motorkoelsysteem.
Raadpleeg
motorhandleiding
voor
koelvloeistofmengsel.
– Controleer of alle bouten en moeren goed
aangedraaid zijn.
– Controleer dat het kabeleinde van de aardingsstaaf
verbonden is met de aardingsklem.
De generator is bedraad voor een
!
TN-systeem
overeenkomstig
364-3,
d.w.z.
één
energiebron direct geaard - in dit
geval
de
nulleider.
geleidende delen van het elektrische
systeem moeten direct verbonden
worden met de functionele aarding.
Wordt de generator gebruikt in een
ander netstroomsysteem, bijv. een
IT-systeem, moeten andere, specifiek
voor deze systeemtypes vereiste
beveiligingen worden voorzien. In
ieder geval mag de verbinding
tussen de nulleider (N) en de
aardklemmen op het klemmenbord
enkel
door
een
elektricien worden verwijderd.
3.3
Aansluiten van de generator
3.3.1
Maatregelen bij niet-lineaire en
gevoelige belastingen
!
voor
het
de
het
juiste
De meest voorkomende niet-lineaire, driefasige be-
lastingen zijn thyristor-/gelijkrichtergestuurde belas-
tingen zoals omvormers die spanning leveren aan
motoren met variabele snelheid, onderbrekingsvrije
voedingen en telecommunicatievoedingen. Gasontla-
dingslampen in éénfasige circuits genereren hoge der-
de harmonischen en risico tot overmatige nulstromen.
De meest voorkomende spanningsvervormingsge-
IEC
voelige belastingen zijn gloeilampen, gasontladings-
punt in
de
lampen,
geluidsversterkers en liften.
De
blanke
Neem contact op met Atlas Copco voor de te nemen
maatregelen tegen de negatieve invloed van deze niet-
lineaire belastingen.
3.3.2
Kwaliteit, minimumdoorsnede en
maximale lengte van de kabels
De op het klemmenbord van de generator aan te slui-
ten kabel moet gekozen worden in overeenstemming
met de plaatselijke voorschriften. Het type kabel, zijn
nominale spanning en stroombelastbaarheid worden
mede bepaald door de installatieomstandigheden, de
gekwalificeerde
belasting en de omgevingstemperatuur. Als soepele
draden moeten rubberaderdraden van het type
Niet-lineaire belastingen wekken
stromen met harmonischen op, die
storingen
veroorzaken
in
golfvorm van de door de generator
opgewekte spanning.
computers,
röntgenapparatuur,
- 22 -
H07 RN-F (Cenelec HD.22) gebruikt worden, of een
betere kwaliteit.
Als voorbeeld toont de volgende tabel de maximaal
toelaatbare driefasige stroom (in A), bij een omge-
vingstemperatuur van 40°C, voor de vermelde kabel-
de
types (meeraderige en éénaderige PVC-geïsoleerde
draden en meeraderige draden van het type H07 RN-
F) en kabeldoorsneden, in overeenstemming met de
installatiemethode C3 van de norm VDE 0298. De lo-
kale voorschriften zijn van toepassing indien ze strik-
ter zijn dan de hieronder voorgestelde.
Kabel
²
Meeraderig
(mm
)
2,5
22
4
30
6
38
10
53
16
71
25
94
35
114
50
138
70
176
95
212
Max. stroom (A)
Eénaderig
H07 RN-F
25
21
33
28
42
36
57
50
76
67
101
88
123
110
155
138
191
170
228
205