1. INTRODUCTIE EN VEILIGHEID
•
Laat de robotmaaier niet werken met een kapotte
maaischijf of carrosserie. De machine mag ook
niet werken met kapotte messen, bouten, moeren
of kabels.
•
Gebruik de robotmaaier niet als de
hoofdschakelaar niet functioneert.
•
Schakel de de robotmaaier altijd uit via de
hoofdschakelaar wanneer de maaier niet in
gebruik is.De robotmaaier start alleen als de
hoofdschakelaar op 1 staat en als de juiste
PIN-code is ingevoerd.
•
De robotmaaier mag niet werken wanneer een
sprinkler wordt gebruikt. Gebruik daarom de
timerfunctie, zie 6.3 Timer, zodat maaier en
sprinkler niet tegelijkertijd actief zijn.
•
Het ingebouwde alarm maakt een zeer hard
geluid. Let op, in het bijzonder wanneer de
robotmaaier in een gesloten ruimte wordt
gehanteerd.
•
We kunnen niet garanderen dat de robotmaaier
volledig compatibel is met andere typen draadloze
systemen, zoals afstandsbedieningen,
radiozenders, ringleidingen, verzonken elektrische
afrasteringen en dergelijke.
•
Metalen voorwerpen in de bodem (bv.
wapeningsnetten of antimollennetten) kunnen de
robotmaaier tot stilstand brengen. De metalen
voorwerpen kunnen storing van het lussignaal
veroorzaken en de robotmaaier tot stilstand
brengen.
•
De robotmaaier mag nooit worden gebruikt bij
temperaturen lager dan 0 °C. Hierdoor kan
schade aan het product ontstaan.
Nederlands - 9