3.9 Test het dokken in het laadstation
Controleer voor u de robotmaaier gebruikt of die de
begeleidingskabel helemaal kan volgen tot aan het
laadstation en zonder problemen in het laadstation kan
dokken. Voer de onderstaande test uit.
1.
Open de klep van het bedieningspaneel door op
de STOP-knop te drukken.
2.
Plaats de robotmaaier dicht bij het punt waar de
begeleidingskabel is aangesloten op de
begrenzingskabel. Plaats de robotmaaier op
ongeveer 2 meter van de binnenkant van de
begeleidingskabel.
3.
Selecteer de modus HOME door op de toets met
het huissymbool te drukken, en druk op OK
wanneer de cursor op HOME staat. Druk op
START en sluit de klep.
4.
Controleer of de robotmaaier de
begeleidingskabel helemaal volgt tot aan het
laadstation en in het laadstation dokt De test is
enkel geslaagd als de robotmaaier de
begeleidingskabel over het gehele traject naar het
laadstation kan volgen en meteen bij de eerste
poging dokt. Als het de robotmaaier niet lukt om bij
de eerste poging te dokken, zal hij het
automatisch opnieuw proberen. De installatie is
niet goedgekeurd als de robotmaaier twee of meer
pogingen nodig heeft om in het laadstation te
dokken. Controleer in dat geval of het laadstation,
de grensdraad en de geleidingsdraad zijn
geïnstalleerd volgens de instructies in hoofdstuk
3.2, 3.4 en 3.6.
5.
De robotmaaier zal in het laadstation blijven totdat
de modus Auto of Man wordt geselecteerd. Zie 5.1
Selectie bedieningsmodus.
Het geleidingssysteem moet eerst zijn gekalibreerd om
bovenstaande test met succes te kunnen uitvoeren.
Zie 3.8 Ingebruikname en kalibratie.
36 - Nederlands
3. INSTALLATIE