Breedste
In een brede corridor varieert de afstand tussen de
robotmaaier en de begeleidingskabel tijdens het
maaien.
Voor een open tuin zonder nauwe doorgangen kan
het best een brede corridor worden gebruikt, om het
risico van spoorvorming tot een minimum te
beperken.
Middel
In een middelbrede corridor rijdt de robotmaaier
zowel dichtbij als veraf van de begeleidingskabel,
maar niet zo ver als wanneer een brede corridor is
geselecteerd.
De corridorinstelling Middel moet worden gekozen
voor een tuin met obstakels nabij de geleidingsdraad
en/of doorgangen die een brede corridor onmogelijk
maken.
Smalste
Bij een smalle corridor rijdt de robotmaaier
voortdurend recht boven de begeleidingskabel.
Gebruik van de corridorinstelling Smalste wordt
gewoonlijk afgeraden, maar in een tuin met een of
meer smalle doorgangen kan een smalle corridor de
enige keuzemogelijkheid zijn. De corridorinstelling
Smalste verhoogt het risico van spoorvorming langs
de geleidingsdraad.
BELANGRIJKE INFORMATIE
De afstand die de robotmaaier houdt tot de
begeleidingskabel wisselt, afhankelijk van de
indeling van het werkgebied. Met de functie
Test IN kunt u nagaan of de corridorinstelling
Breedste in de betreffende tuin kan worden
gebruikt.
Op afstand starten 1
Een belangrijke functie van de begeleidingskabel is de
mogelijkheid om de robotmaaier indien nodig naar een
afgelegen deel van de tuin te leiden. Deze functie is
erg nuttig in tuinen waar bijvoorbeeld de voor- en
achtertuin met elkaar in verbinding staan via een
smalle doorgang.
Wanneer die functie is geactiveerd (niet is ingesteld op
Nooit), zal de robotmaaier de begeleidingskabel vanaf
het laadstation altijd volgen naar de afgelegen zone en
daar beginnen met maaien.
6. MENUFUNCTIES
Nederlands - 51