3.4 Installatie van begrenzingskabel
De begrenzingskabel kan op een van de volgende manieren worden geïnstalleerd:
1.
De kabel met krammen op de grond te bevestigen.
U kunt de grensdraad het best met de haakjes vastzetten als u tijdens de eerste paar weken van het
gebruik de ligging wilt kunnen bijstellen. Na enkele weken zal het gras over de draad heen zijn
gegroeid, waardoor deze niet langer zichtbaar is. Gebruik een hamer/kunststof moker en de
bijgeleverde haken om de installatie uit te voeren.
2.
De kabel ingraven.
Als u het gazon wilt verticuteren of beluchten kunt u de grensdraad het best ingraven. Indien nodig
kunt u beide manieren combineren, zodat een deel van de begrenzingslus wordt vastgekramd en de
rest wordt ingegraven. De kabel kan worden ingegraven met behulp van bijvoorbeeld een
kantensteker of een rechte spade. Zorg dat u de grensdraad minimaal 1 cm en maximaal 20 cm
onder de grond legt.
Beste plaats voor de begrenzingskabel
De grensdraad moet zodanig worden gelegd dat:
• deze een lus rond het werkgebied voor de robotmaaier vormt. Gebruik hiervoor uitsluitend
grensdraad van Husqvarna. Dit is bestand tegen het vocht in de grond dat de draden anders
makkelijk zou kunnen beschadigen.
• de robotmaaier mag op geen enkel punt binnen het volledige werkgebied meer dan 15 meter
verwijderd zijn van de kabel.
• de begrenzingskabel mag in totaal niet langer zijn dan 400 m.
• er 20 cm extra draad beschikbaar is om de geleidingsdraad later aan te bevestigen. Zie 3.6
Installatie van begeleidingskabel.
De afstand van de grensdraad tot obstakels varieert; deze is afhankelijk van wat er pal naast het
werkgebied ligt. Onderstaande afbeelding laat zien hoe de grensdraad rond het werkgebied en rond
obstakels moet worden gelegd. Gebruik de bijgeleverde meetlat om de juiste afstand te bepalen (zie 2.1
Onderdelen?).
3. INSTALLATIE
Nederlands - 23