Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Centrifuge (Behuizing, Deksel En Centrifugeruimte); Oppervlaktereiniging En -Onderhoud; Oppervlaktedesinfectie; Verwijderen Van Radioactieve Besmettingen - Hettich HAEMATOKRIT 200 Bedieningshandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor HAEMATOKRIT 200:
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

23.1

Centrifuge (behuizing, deksel en centrifugeruimte)

23.1.1

Oppervlaktereiniging en -onderhoud


De behuizing van de centrifuge en de centrifugeruimte regelmatig reinigen en zo nodig met zeep of een mild
reinigingsmiddel en een vochtige doek reinigen. Dit dient enerzijds voor de hygiëne en het verhindert corrosie
door aanhechtende onzuiverheden.

Bestanddelen van geschikte reinigingsmiddelen:
zeep, anionische oppervlakteactieve stoffen, niet-ionische oppervlakteactieve stoffen.

Na het gebruik van reinigingsmiddelen moeten de resten van het reinigingsmiddel worden verwijderd door na te
vegen met een vochtige doek.

De oppervlakken moeten onmiddellijk na de reiniging worden gedroogd.

Bij vorming van condenswater de centrifugeruimte drogen door deze uit te vegen met een absorberende doek.

De rubberdichting van de centrifugeruimte na elke reiniging licht inwrijven met talkpoeder of een rubber-
onderhoudsmiddel.

De centrifugeruimte moet jaarlijks worden gecontroleerd op beschadigingen.
Als er veiligheidsrelevante beschadigingen worden vastgesteld, dan mag de centrifuge niet meer in gebruik
worden genomen. In dit geval moet de klantendienst worden geïnformeerd.
23.1.2

Oppervlaktedesinfectie


Komt er infectueus materiaal in de centrifugeruimte terecht, dan moet deze onmiddellijk worden gedesinfecteerd.

Bestanddelen van geschikte desinfecteermiddelen:
ethanol, n-propanol, ethylhexanol, anionische oppervlakteactieve stoffen, corrosieremmers.

Na het gebruik van desinfecteermiddelen moeten de resten van het desinfecteermiddel worden verwijderd door
na te vegen met een vochtige doek.

De oppervlakken moeten onmiddellijk na de desinfectie worden gedroogd.
23.1.3

Verwijderen van radioactieve besmettingen


Het middel moet speciaal bestemd zijn voor het verwijderen van radioactieve besmettingen.

Bestanddelen van geschikte middelen voor het verwijderen van radioactieve besmettingen:
anionische oppervlakteactieve stoffen, niet-ionische oppervlakteactieve stoffen, gepolyhydreerd ethanol.

Na het verwijderen van de radioactieve besmettingen moeten de resten van het middel worden verwijderd door
na te vegen met een vochtige doek.

De oppervlakken moeten onmiddellijk na het verwijderen van de radioactieve besmettingen worden gedroogd.
23.2

Reinigen en desinfecteren van de hematocritrotor

Mochten er ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch eens hematocritcapillairen tijdens het centrifugeren uitlopen,
dan moeten rotor en deksel worden gereinigd. Hiervoor a.u.b. als volgt te werk gaan:

Gestoffeerde schalen of dichtingring voorzichtig uit de hematocritrotor nemen.

Hematocritrotor, deksel alsmede de gestoffeerde schalen of de dichtingring in koud water leggen totdat de
bloedresten volledig opgelost zijn.

Een geschikte desinfectie uitvoeren. Indien mogelijk het gebruik van desinfectiemiddelen bij de deksel vermijden
omdat de opdruk kan oplossen.
Bestanddelen van geschikte desinfecteermiddelen: glutaraldehyde, propanol, ethylhexanol, anionische
oppervlakteactieve stoffen, corrosieremmers.
Bestanddelen van geschikte middelen voor het verwijderen van radioactieve besmettingen: anionische
oppervlakteactieve stoffen, niet-ionische oppervlakteactieve stoffen, gepolyhydreerd ethanol.

De delen in koud water afspoelen en afdrogen.

Ze kunnen nu weer in de centrifuge worden geplaatst.
NL
35/129

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

18011801-01

Inhoudsopgave