Als u het gerecht bij de functie
direct op de bodem van de
netron
ovenruimte plaatst, kan de oven be-
schadigd raken.
Schuif bij de functie
de glazen schaal op niveau 1 in de
oven en zet de vormen waarin ge-
rechten worden bereid altijd op de
glazen schaal.
Schakel de oven in.
Het hoofdmenu verschijnt.
Schuif het gerecht in de ovenruimte.
Kies
Ovenfuncties
Kies de gewenste functie.
De functie verschijnt. Naargelang de
functie verschijnen het voorgeprogram-
meerde magnetronvermogen, de voor-
geprogrammeerde temperatuur en de
bereidingstijd.
Wijzig de voorgeprogrammeerde
waarden voor de bereiding en stel in-
dien nodig de bereidingstijd in.
De voorgeprogrammeerde waarden
kunt u alsnog wijzigen met behulp van
de betreffende waarde of
Bij functies zonder magnetron start u
de bereiding met behulp van de sen-
sortoets OK.
Bij functies met magnetron start u de
bereiding met
Start
Bij alle functies verschijnen de inge-
stelde waarden en telt het bereidings-
proces af.
Wanneer u een temperatuur hebt inge-
steld, kunt u het stijgen van de tempera-
tuur in het display volgen. Als de gekozen
temperatuur voor het eerst wordt bereikt,
klinkt er een signaal.
De magnetronfunctie wordt uitgescha-
keld zodra u het bereidingsproces met
onderbreekt of de deur van de oven
Stop
Mag-
Magnetron
.
.
Timer
.
opent. U kunt de bereiding voortzetten
met
.
Start
Kies na de bereiding
(afhankelijk van de functie).
Haal het gerecht uit de ovenruimte.
Schakel de oven uit.
Waarden en instellingen voor
een bereidingsproces wijzigen
Zodra een bereidingsproces loopt, kunt u
naargelang de functie de waarden of in-
stellingen voor dit bereidingsproces wij-
zigen.
Naargelang de functie kunt u volgende
instellingen wijzigen:
-
Temperatuur
-
Vermogen
-
Bereidingstijd
-
Einde om
-
Start om
-
Booster
-
Voorverwarmen
-
Crisp function
Temperatuur en kerntemperatuur
wijzigen
U kunt de voorgeprogrammeerde tem-
peratuur met
Instellingen
ook permanent aan uw
temperaturen
persoonlijke wensen aanpassen.
De kerntemperatuur verschijnt al-
leen als u de bratometer gebruikt (zie
hoofdstuk "Braden", paragraaf "Brato-
meter").
Raak de temperatuurweergave aan.
Wijzig zo nodig de temperatuur en de
kerntemperatuur .
Bevestig met OK.
Het bereidingsproces gaat met de ge-
wijzigde ingestelde temperatuur verder.
Bediening
of
Beëindigen
Sluiten
|
Voorgeprogr.
55