2. Lees de bandenspanning van de mano-
meter af.
•
Als de bandenspanning lager is dan
6
1,3 bar
, werd de band onvoldoende
afgedicht. Beëindig in dat geval de rit.
Neem contact op met een erkende
Volvo-werkplaats.
•
Als de bandenspanning hoger is dan
6
1,3 bar
, moet u de band oppompen
tot de spanning die staat aangegeven
in de bandenspanningstabel, zie Ban-
den - goedgekeurde bandenspanning
(p. 407).
•
Laat lucht uit de band ontsnappen, als
de bandenspanning te hoog is.
3. Als de band moet worden opgepompt:
1. Sluit de voedingskabel aan op de
dichtstbijzijnde 12V-aansluiting en start
de auto.
2. Schakel de compressor in en pomp de
band op tot de vermelde spanning in
de bandenspanningstabel.
3. Schakel de compressor uit.
1 bar = 100 kPa.
6
4. Koppel de noodreparatieset voor banden
los, plaats de beschermdop op de lucht-
slang, vouw de luchtslang op en plaats
deze in de daarvoor bestemde uitsparing.
Leg de TMK in de bagageruimte.
WAARSCHUWING
Draai de bus niet los, aangezien deze een
blokkering heeft om lekkage te voorko-
men.
5. Plaats het ventieldopje terug op de band.
N.B.
•
Plaats na het oppompen van een band
altijd het ventieldopje terug om schade
aan het ventiel door grind, vuil e.d. te
voorkomen.
•
Gebruik alleen kunststof dopjes. Meta-
len ventieldopjes kunnen roesten en zijn
moeilijk los te draaien.
N.B.
Vervang de bus met afdichtmiddel en de
slang na gebruik. Volvo adviseert u het
vervangen over te laten aan een erkende
Volvo-werkplaats.
09 Wielen en banden
WAARSCHUWING
Controleer de bandenspanning regelmatig.
Volvo adviseert u de auto naar de dichtstbij-
zijnde erkende Volvo-werkplaats te rijden om
de beschadigde band te laten vervangen/
repareren. Geef aan het werkplaatspersoneel
door dat er afdichtmiddel in de band zit.
WAARSCHUWING
Rijd na het gebruik van de noodreparatie-
set voor banden niet sneller dan 80 km/h
(50 mph). Volvo adviseert een bezoek aan
een erkende Volvo-werkplaats voor een
inspectie van de gerepareerde band (maxi-
maal 200 km rijden). Het personeel kan
bepalen of de band te repareren is of moet
worden vervangen.
Gerelateerde informatie
•
Noodreparatieset voor banden* (p. 329)
•
Noodreparatieset voor banden* - bedie-
ning (p. 330)
•
Noodreparatieset voor banden* - over-
zicht (p. 330)
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
09
333