Parkeerhulpcamera*
De parkeerhulpcamera is een ondersteunend
systeem dat geactiveerd wordt bij inschake-
ling van de achteruitversnelling.
De cameraweergave verschijnt op het display
van de middenconsole.
N.B.
Wanneer het elektrische systeem van de
auto is geconfigureerd voor een trekhaak,
wordt de uitsteeklengte van de trekhaak
meegerekend bij het meten van de par-
keerruimte.
WAARSCHUWING
•
De parkeercamera is alleen bedoeld
als hulpmiddel en zodat de bestuurder
eindverantwoordelijk blijft tijdens het
achteruitrijden.
•
De camera kent dode hoeken waarin
registratie van obstakels niet mogelijk
is.
•
Houd mensen en dieren in de buurt
van de auto in de gaten.
Functie en bediening
Camerapositie bij de openingshandgreep.
De camera toont wat er achter de auto is en
of er iets of iemand van de zijkanten opduikt.
De camera beslaat een breed gebied achter
de auto alsook een deel van de bumper en
een eventuele trekhaak.
Voorwerpen op het display lijken mogelijk
over te hellen – dit is volkomen normaal.
N.B.
Voorwerpen op het beeldscherm kunnen
dichterbij zijn dan ze lijken.
Als een andere schermweergave actief is,
neemt de parkeercamera het scherm automa-
tisch over om de camerabeelden te tonen.
Bij het inschakelen van de achteruitversnel-
ling wordt met behulp van ononderbroken lij-
07 Bestuurdersondersteuning
nen grafisch aangegeven waar de contouren
van de auto globaal uitkomen bij de actuele
stuuruitslag – dit vereenvoudigt het achteruit
inparkeren, achteruitrijden in krappe ruimten
en aankoppelen van aanhangers. De hulplij-
nen zijn te deactiveren - zie paragraaf Instel-
lingen (p. 249).
Als de auto tevens uitgerust is met parkeer-
hulpsensoren (p. 243)*, illustreren gekleurde
velden op grafische wijze de afstand tot gere-
gistreerde obstakels, zie het kopje "Auto's
met parkeerhulpsensoren achter" verderop.
De camera wordt ca. 5 seconden na uitscha-
keling van de achteruitversnelling gedeacti-
veerd, of eerder als de rijsnelheid oploopt tot
boven 10 km/h (6 mph) vooruit of 35 km/h
(22 mph) achteruit.
Lichtomstandigheden
De cameraweergave wordt automatisch aan-
gepast aan de heersende lichtomstandighe-
den. Dit kan ertoe leiden dat de beeldweer-
gave ietwat kan variëren wat lichtsterkte en
kwaliteit betreft. Slechte lichtomstandigheden
leveren mogelijk een iets slechtere beeldkwa-
liteit op.
N.B.
Houd voor optimale werking de camera-
lens vrij van vuil, sneeuw en ijs. Dit is
vooral van belang in slechte lichtomstan-
digheden.
*
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
07
}}
247