09 Wielen en banden
||
09
9. Vul de band 7 minuten lang met afdicht-
middel.
BELANGRIJK
Kans op oververhitting. De compressor
mag niet langer dan 10 minuten werken.
10. Schakel de compressor uit om de ban-
denspanning van de manometer af te
lezen. De bandenspanning moet minimaal
1,8 bar en maximaal 3,5 bar bedragen.
(Laat eventueel lucht ontsnappen met het
drukreduceerventiel, als de bandenspan-
ning te hoog is.)
WAARSCHUWING
Als de bandenspanning lager is dan 1,8
bar, is het gat in de band te groot. Beëin-
dig in dat geval de rit. Het wordt dan gead-
viseerd een erkende bandenwerkplaats te
bezoeken.
11. Schakel de compressor uit en koppel de
voedingskabel los.
12. Schroef de luchtslang los van het band-
ventiel en plaats het ventieldopje terug op
de band.
13. Plaats de beschermdop op de luchtslang
om te voorkomen dat restanten afdicht-
middel weglekken.
*
332
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
14. Leg zo spoedig mogelijk na de reparatie
minstens 3 km af bij een snelheid van
maximaal 80 km/h (50 mph), zodat het
afdichtmiddel de band kan afdichten.
N.B.
Tijdens de eerste slagen die de band rond-
draait spuit er afdichtvloeistof uit het gat.
WAARSCHUWING
Houd bij het wegrijden omstanders uit de
buurt van de auto om te voorkomen dat ze
afdichtmiddel op zich krijgen. De afstand
moet minimaal twee meter zijn.
15. Controle achteraf:
Sluit de luchtslang weer aan op het band-
ventiel en controleer de bandenspanning
met de manometer, zie Noodreparatieset
voor banden* - reparatieresultaat contro-
leren (p. 332).
Gerelateerde informatie
•
Noodreparatieset voor banden* (p. 329)
•
Noodreparatieset voor banden* - repara-
tieresultaat controleren (p. 332)
•
Noodreparatieset voor banden* - over-
zicht (p. 330)
Noodreparatieset voor banden* -
reparatieresultaat controleren
Wanneer een band gerepareerd is met de
noodreparatieset, Temporary Mobility Kit
(TMK), moet na zo'n 3 kilometer rijden een
tweede controle plaatsvinden.
Bandenspanning controleren
Neem de noodreparatieset voor banden erbij.
De compressor moet uitstaan.
1. Draai het ventieldopje van de band los.
Neem de luchtslang erbij en schroef de
ventielaansluiting ervan tot aan de aan-
slag vast over de draadwindingen van het
bandventiel.