10. Het product inschakelen
Waarschuwing
Voordat er werkzaamheden aan de pomp
worden verricht, dient u er zeker van te
zijn dat de zekeringen zijn verwijderd of
dat de netschakelaar is uitgeschakeld.
Zorg dat de voedingsspanning niet per
ongeluk kan worden ingeschakeld.
Wees er zeker van dat alle beschermende
apparatuur op een juiste wijze is aangeslo-
ten.
De pomp mag niet drooglopen.
Waarschuwing
Het openen van de spanring terwijl de
pomp is ingeschakeld kan leiden tot per-
soonlijk letsel of de dood.
Waarschuwing
De pomp mag niet worden ingeschakeld
wanneer de atmosfeer in de put mogelijk
explosiegevaarlijk is.
Schakel de pomp onmiddellijk uit in geval
van abnormale geluiden of trillingen vanuit
de pomp, of bij een storing in de pomp of
in de voeding.
Voorzichtig
Probeer de pomp niet opnieuw in te scha-
kelen voordat de oorzaak is gevonden en
de storing is hersteld.
Als de asafdichtingen vervangen zijn, moet het olie-
peil gecontroleerd worden nadat de pomp één week
in bedrijf is geweest. Zie paragraaf
en
service.
10.1 Algemene opstartprocedure
1. Verwijder de zekeringen en controleer of de
waaier vrij kan draaien. Draai de snijkop met de
hand rond.
2. Controleer het oliepeil en de oliekwaliteit in de
oliekamer. Zie ook paragraaf
sen.
3. Controleer of de niveausensor schoon is en de
beschermingskap intact.
4. Controleer of de droogloopsensoren schoon zijn.
5. Open de afsluitkleppen, indien deze zijn aange-
bracht.
6. Laat de pomp in de vloeistof zakken en plaats
vervolgens de zekeringen.
7. Controleer of het systeem is gevuld met vloeistof
en is ontlucht. De pomp ontlucht zichzelf.
8. Schakel de voedingsspanning naar de pomp in.
Als de pomp van spanning wordt voorzien, zal
deze inschakelen en verpompen tot aan het
droogloopniveau. Dit proces kan worden gebruikt
om te controleren of de pomp correct functio-
neert.
14
10.2 Bedrijfsmodi
De pompen zijn bedoeld voor bedrijf met tussenpo-
zen (S3). Bij volledige onderdompeling kunnen de
pompen ook continu draaien (S1).
•
•
11. Onderhoud
11.8 De olie verver-
Als de droogloopsensoren niet in de vloei-
stof zijn ondergedompeld, dan kan de
pomp niet inschakelen. U kunt controleren
N.B.
of de fasevolgorde juist is door de pomp
enkele seconden lang te laten proef-
draaien. Als de pomp niet werkt, wisselt u
L1 en L2 om en herhaalt u de testrun.
S3, onderbroken bedrijf:
S3 bedrijf is een reeks van identieke werkcycli
(TC) die elk een constante belasting hebben
gedurende een periode. Het thermisch evenwicht
wordt niet bereikt tijdens de cyclus. Zie afb. 10.
P
Bedrijf
Stop
Afb. 10 S3 bedrijf
S1, continu bedrijf
De pomp kan continu draaien zonder dat deze
hoeft te worden uitgeschakeld om te koelen. Zie
afb. 11. Doordat de pomp volledig is onderge-
dompeld, wordt deze voldoende gekoeld door de
omringende vloeistof.
P
Bedrijf
Stop
Afb. 11
S1 bedrijf
TC
t