Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Ondoelmatig Gebruik; Veiligheidsinstructies Voor Gebruikers; Veiligheidsinstructies Voor Exploitanten; Veiligheidsinstructies Voor Werkzaamheden Aan De Elektriciteit - Flexim FLUXUS F501 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

FLUXUS F501
2.3

Ondoelmatig gebruik

Beschouwd als niet doelmatig gebruik in termen van misbruik:
• Werken met het meetinstrument zonder naleving van alle aanwijzingen uit deze handleiding
• Gebruik van combinaties van apparaten als transmitter, sensoren en toebehoren die niet als zodanig door FLEXIM be-
doeld zijn
• Montage van transmitters, sensoren en toebehoren in een explosiegevaarlijke omgeving als deze niet zijn goedgekeurd
voor deze omgeving
• Verrichten van werkzaamheden aan het meetapparaat (b.v., montage, demontage, aansluiting, ingebruikname, bedie-
ning, onderhoud en herstellend onderhoud) door niet erkende en bevoegde personen
• Opslag, installatie of gebruik van het meetinstrument buiten de opgegeven omgevingsomstandigheden, zie technische
specificatie
2.4

Veiligheidsinstructies voor gebruikers

Werkzaamheden aan het meetapparaat mogen uitsluitend worden verricht door bevoegde en geschoolde medewerkers.
Houdt u zich aan de veiligheidsintructies uit de handleiding. Kijk voor de technische gegevens van transmitter, sensoren
en toebehoren in de technische specificatie.
• Houdt u zich aan de veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften die gelden op de plaats van gebruik.
• Gebruik uitsluitend de meegeleverde bevestigingen en sensoren alsook de daarvoor bedoelde toebehoren.
• Draag altijd de vereiste persoonlijke veiligheidsuitrusting.
2.5

Veiligheidsinstructies voor exploitanten

• De exploitant dient het personeel zodanig te kwalificeren dat het zijn taken kan vervullen. Hij dient het personeel te voor-
zien van de vereiste persoonlijke veiligheidsuitrusting en verplichtende instructies te geven over het dragen van de vei-
ligheidsuitrusting. Wij adviseren om een gevarenanalyse te verrichten op de werkplek.
• Behalve de veiligheidsinstructies uit deze handleiding dienen ook de voorschriften te worden nageleefd aangaande vei-
ligheid, veiligheid op het werk en milieu die gelden voor het toepassingsgebied van transmitter, sensoren en toebehoren.
• Het meetinstrument vergt behalve de in hoofdstuk 11 genoemde uitzonderingen geen onderhoud. Componenten en re-
serveonderdelen mogen uitsluitend worden vervangen door FLEXIM. De exploitant moet regelmatige controles verrich-
ten op veranderingen of beschadigingen die een gevaar kunnen opleveren. Neem contact op met FLEXIM als u hier vra-
gen over heeft.
• Houdt u zich aan de informatie m.b.t. de montage en het aansluiten van transmitter, sensoren en toebehoren, zie hoofd-
stuk 6 en 7.
2.6

Veiligheidsinstructies voor werkzaamheden aan de elektriciteit

• Voordat u werkzaamheden gaat verrichten aan de transmitter (b.v. montage, demontage, aansluiten, onderhoud, her-
stellend onderhoud), moet u de transmitter afkoppelen van de spanningsvoorziening. Het volstaat niet als u hiervoor al-
leen de interne zekering van het apparaat verwijdert, zie paragraaf 7.2.
• Elektrische werkzaamheden mogen uitsluitend worden verricht als er voldoende ruimte is.
• Open de transmitter alleen in veilige omgevingsomstandigheden (b.v. luchtvochtigheid < 90 %, geen geleidende veront-
reinigingen, geen explosieve atmosfeer). Als deze er niet zijn, moeten er extra veiligheidsmaatregelen worden genomen.
• De beschermingsgraad van de transmitter is alleen gegarandeerd als alle kabels volledig en afsluitend met de kabel-
schroefkoppelingen gemonteerd en de behuizing volledig dichtgeschroefd is.
• U dient regelmatig te controleren of de elektrische verbindingen in goede staat verkeren en goed vast zitten.
• Als u de transmitter aansluit op de spanningsvoorziening, moet u als ontkoppelinrichting een passende uitschakelvoor-
ziening inbouwen die voldoet aan de eisen van IEC 60947-1 en IEC 60947-3. De uitschakelvoorziening moet alle
stroomvoerende leiders scheiden. De aardleiderverbinding mag niet worden onderbroken. De uitschakelvoorziening
moet gemakkelijk te bereiken zijn en duidelijk herkenbaar zijn als ontkoppelinrichting voor de transmitter. Zij moet zich in
de nabijheid bevinden van de transmitter. Als de transmitter wordt gebruikt in een explosiegevaarlijke omgeving, moet de
uitschakelvoorziening zich buiten de explosiegevaarlijke omgeving bevinden. Als dat niet mogelijk is, moet de uitschakel-
voorziening zich bevinden op de plaats met het minste explosiegevaar.
• Alleen aansluiten op netten van max. overspanningscategorie II. Houdt u zich bij het aansluiten van de in- en uitgangen
en bij de spanningsvoorziening aan de installatie-instructies, in het bijzonder aan de klemmenfuncties, zie hoofdstuk 7.
• De frontplaat mag niet gedemonteerd worden, zie Afb. 2.1. De transmitter bevat geen componenten die onderhoud ver-
gen van de gebruiker. Neem voor reparaties en servicewerkzaamheden contact op met FLEXIM.
• Houdt u zich aan de veiligheids- en ongevallenpreventievoorschriften voor elektrische installaties en bedrijfsmiddelen.
UMFLUXUS_F501V1-4NL, 2022-03-01
2 Veiligheidsinstructies
2.3 Ondoelmatig gebruik
9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave