Inhoudsopgave
Advertenties
6 Montage
6.2 Sensoren
6.2.2.5
Bevestiging met sensorhouder en spanband
• Kort de spanbanden af (buisomtrek + tenminste 120 mm).
• Zorg er voor dat onderdeel (2) van het spanslot op onderdeel (1) ligt, zie Afb. 6.48. De haken van onderdeel (2) moeten
zich aan de buitenkant van het spanslot bevinden.
• Om het spanslot aan de spanband te fixeren, trekt u ca. 20 mm van de spanband door de spleet van het spanslot, zie
Afb. 6.49.
• Buig het uiteinde van de spanband om en schuif het andere uiteinde van de spanband door de gleuf aan de bovenkant
van de sensorschoen.
• Leg de spanslot op de zijde van de buis naar u en breng de spanband rond de buis, zie Afb. 6.50.
• Zet de sensorhouder op de buis. Houd het spanslot en de sensorhouder met één hand vast en schuif de spanband door
onderdeel (2) en (1) van het spanslot, zie Afb. 6.48.
• Trek de spanband goed vast en haak hem vast in de binnenste haak van het spanslot.
Afb. 6.48: Spanslot
(2)
Opmerking!
Bij buizen met grote doorsnede moet de spanband, indien nodig, met tangen worden vastgetrokken.
Opmerking!
Het spanslot moet helemaal op de buis liggen om een goede bevestiging te garanderen.
• Bevestig de tweede sensorhouder op dezelfde manier. Stel hierbij de sensorafstand met behulp van het meetlint in op de
aangegeven waarde.
• Draai de schroef van het spanslot vast.
• Schuif de sensoren in de sensorhouder. Druk de sensoren goed vast op de buis. Tussen het sensoroppervlak en de
buiswand mag geen luchtspleet noch luchtinsluitingen zitten. Draai de schroeven van de sensorhouder vast.
Opmerking!
Als de sensoren aan een verticale buis bevestigd worden en de transmitter lager staat dan de sensoren, moeten de
sensorkabels met een kabelbinder aan het spanband bevestigd worden om ze te beschermen tegen mechanische
belasting.
Afb. 6.50: Bevestiging van de sensoren met sensorhouder
48
Afb. 6.49: Spanslot met spanband
(1)
(2)
(1)
2022-03-01, UMFLUXUS_F501V1-4NL
FLUXUS F501
Advertenties
Inhoudsopgave
