FLUXUS F501
Tijdens de meting wordt de benaming van de meetgrootheid in hoofdletters in beeld gebracht, om er op te wijzen dat de
waarde ongecorrigieerd is.
STROOMSNELHEID
2.60
m/s
• Druk op ENTER.
PROFILE CORR.
>nee<
JA
Als ja gekozen is, wordt de ongecorrigeerde stromingssnelheid alleen gebruikt, als de stromingssnelheid als meetgroot-
heid in de programmavertakking Uitgangsopties is gekozen.
Alle andere meetgrootheden (volumestroom, massastroom enz.) worden vastgesteld met de gecorrigeerde stromings-
snelheid.
Tijdens de meting wordt de benaming van de meetgrootheid "stromingssnelheid" in hoofdletters in beeld gebracht, om er
op te wijzen dat de waarde ongecorrigieerd is.
• Druk op ENTER.
In beide gevallen kan ook de gecorrigeerde stromingssnelheid in beeld gebracht worden.
Stroomsnelheid
*U
24
m/s
Scroll met de toets
naar de weergave van de stromingssnelheid. De ongecorrigeerde stromingssnelheid is met een U
gekenmerkt.
Ongecorrigeerde stromingssnelheden, die naar een pc worden doorgestuurd, zijn gekenmerkt met ongecor.
16.7
Diagnose met behulp van de snap-functie
Met de snap-functie kunt u meetparameters bewaren die bij het uitwaarderen van meetresultaten of voor diagnosedoel-
einden van pas kunnen komen.
Spec. functie\SYSTEEM inst.\Signal snap
• Kies het menupunt Spec. functie\SYSTEEM inst.\Signal snap.
• Druk op ENTER.
Instellingen voor het snap-geheugen
Spec. functie\SYSTEEM inst.\Signal snap\DSP-SignalSnap
• Kies aan om de snap-functie te activeren.
• Kies uit om de snap-functie te deactiveren.
• Druk op ENTER.
Spec. functie\...\DSP-SignalSnap\Install Snap
• Kies Install Snap.
• Druk op ENTER.
Spec. functie\...\DSP-SignalSnap\Install Snap\Snap-Memory
• Toets het aantal snap-geheugenruimte in.
• Druk op ENTER.
UMFLUXUS_F501V1-4NL, 2022-03-01
16 Uitgebreide functies
16.7 Diagnose met behulp van de snap-functie
107