16 Uitgebreide functies
16.9 Activeren van een binaire uitgang als alarmuitgang
Opmerking!
Als er niet gemeten wordt, zijn alle alarmen stroomloos, ongeacht de geprogrammeerde schakelfunctie.
16.9.2
De grenswaarden vastleggen
Als u in de keuzelijst func de schakelvoorwaarde MAX of MIN kiest, moet de grenswaarde voor de uitgang worden vastge-
legd:
Input R1\Massastroom
• Kies in de keuzelijst Input de meetgrootheid die voor de vergelijking moet worden gebruikt. Voor de alarmuitgang R1
zijn de volgende lijstnoteringen beschikbaar:
– gekozen meetgrootheid
– signaalamplitude
– geluidssnelheid van het medium
• Druk op ENTER.
Als u in de keuzelijst func de schakelvoorwaarde MAX kiest:
Input R1\Functie: MAX\Bovengrens
• Toets de bovenste grenswaarde in.
• Druk op ENTER.
Het alarm schakelt als de meetwaarde de grenswaarde overschrijdt.
Als u in de keuzelijst func de schakelvoorwaarde MIN kiest:
Input R1\Functie: MIN\Ondergrens
• Toets de onderste grenswaarde in.
• Druk op ENTER.
Het alarm schakelt als de meetwaarde de grenswaarde onderschrijdt.
Voorbeeld
Bovengrens: -10 kg/h
massastroom = -9.9 kg/h
de grenswaarde wordt overschreden, het alarm schakelt
massastroom = -11 kg/h
de grenswaarde wordt niet overschreden, het alarm schakelt niet
Voorbeeld
Ondergrens: -10 kg/h
massastroom = -11 kg/h
de grenswaarde wordt onderschreden, het alarm schakelt
massastroom = -9.9 kg/h
de grenswaarde wordt niet onderschreden, het alarm schakelt niet
110
FLUXUS F501
2022-03-01, UMFLUXUS_F501V1-4NL