10 Fouten lokaliseren
10.4 Toepassingsspecifieke problemen
10.4
Toepassingsspecifieke problemen
Er is een medium gekozen met een verkeerde geluidssnelheid
Als de gekozen geluidssnelheid in het medium niet overeenstemt met de daadwerkelijke geluidssnelheid, dan kan de sen-
sorafstand mogelijk niet correct worden bepaald.
De geluidssnelheid van het medium wordt gebruikt om de sensorafstand te berekenen en is daarom zeer belangrijk voor
de sensorpositionering. De geluidssnelheden die in de transmitter zijn opgeslagen, zijn slechts bedoeld ter oriëntatie.
De ingetoetste buisruwheid is niet geschikt
Controleer de ingevoerde waarde. U dient hierbij rekening te houden met de buistoestand.
Het meten aan buizen gemaakt van een poreus materiaal (bijv. beton of gietijzer) is slechts in beperkte mate
mogelijk
Neem contact op met FLEXIM.
De buisbekleding kan bij de meting problemen veroorzaken, als ze niet vast tegen de buisbinnenwand aanligt of
gemaakt is van akoestisch absorberend materiaal
Probeer te meten op een niet bekleed stuk van de buis.
Hoog viscose media dempen het ultrasone signaal sterk
Het meten van media met een viscositeit > 1000 mm²/s is slechts in beperkte mate mogelijk.
Een hogere concentratie gassen of vaste deeltjes in het medium strooien en absorberen het ultrasone signaal en
dempen hierdoor het meetsignaal
Bij een waarde van ≥ 10 % is een meting niet mogelijk. Bij een hoog aandeel dat echter < 10 % is, is de meting slechts in
beperkte mate mogelijk.
10.5
Grote afwijkingen van de meetwaarden
Er is een medium gekozen met een verkeerde geluidssnelheid
Als er een medium wordt gekozen, waarvan de geluidssnelheid niet overeenstemt met de daadwerkelijke geluidssnelheid,
dan bestaat de kans dat het meetsignaal wordt verwisseld met een buiswandsignaal.
De flow-waarde die op basis van dit verkeerde signaal door de transmitter wordt berekend is zeer klein of schommelt rond
nul.
Er bevindt zich gas in de buis
Als er zich gas in de buis bevindt, dan is de gemeten doorstroming te hoog omdat behalve het vloeistofvolume ook het
gasvolume wordt gemeten.
De ingetoetste bovenste grenswaarde van de stromingssnelheid is te laag
Alle meetwaarden voor de stromingssnelheid die de bovenste grenswaarde overschrijden, worden genegeerd en als on-
geldig gekenmerkt. Alle grootheden die van de stromingssnelheid zijn afgeleid, worden ook op ongeldig gezet. Als meer-
dere correcte meetwaarden op die manier genegeerd worden, ontstaan er te kleine waarden bij de totalizers.
De ingetoetste cut-off-flow is te hoog
Alle stromingssnelheden die kleiner zijn dan de cut-off-flow worden op nul gezet. Alle afgeleide grootheden worden ook op
nul gezet. Om bij lage stromingssnelheden te kunnen meten, moet de cut-off-flow klein genoeg worden ingesteld (voorin-
stelling: 2.5 cm/s).
De ingetoetste buisruwheid is ongeschikt
De stromingssnelheid van het medium ligt buiten het meetbereik van de transmitter
Het meetpunt is ongeschikt
Kies een ander meetpunt om te controleren, of de resultaten beter zijn. Buizen zijn nooit perfect rotatiesymetrisch en daar-
om wordt het stromingsprofiel beïnvloed.
86
FLUXUS F501
2022-03-01, UMFLUXUS_F501V1-4NL