69
13. LOG OPROEPEN
Selecteer het item Log raadplegen om het submenu Logbestanden van metingen en Gebeurtenissen te
openen.
13.1. MEETLOG
De waarden voor elke meting worden automatisch geregistreerd met geconfigureerde tijdsintervallen. Er
wordt een nieuw log gestart telkens wanneer het instrument wordt gekalibreerd of opnieuw wordt geconfi-
gureerd. Geregistreerde gegevens omvatten parameter- en temperatuurwaarden, laatste kalibratiegegevens,
installatieconfiguratie met alarm- en besturingsinstelpunten, controller- en elektrode-firmware. De controller
slaat maximaal 100 logs op die in een lijst worden weergegeven, te beginnen met de meest recente. Elk log
kan maximaal 8.600 records/860.000 totale gegevenspunten bevatten.
Voorbeeld lognaam:
Voorbeeld .csv-bestand
L staat voor Log, ## is het lognummer voor die dag (00 tot en met 99) en het interval is het
gebruikte loginterval (30 seconden voor dit voorbeeld).
Zie 'Loggegevens exporteren naar USB' voor informatie over het overbrengen van loggegevens naar een flash
drive als een .csv-bestand.
• Druk in het hoofdmenu op de pijltjestoetsen om Log oproepen te selecteren.
• Als de optie is geselecteerd, drukt u op Selecteren om het scherm te
openen.
De controller maakt een logbestand voor elke parameter aan. De geregis-
treerde bestanden worden opgeslagen in parameterspecifieke lotlogmappen.
Lotlog
• Lotlog-opslag kan maximaal 100 bestanden bevatten met 8600 records/bestanden.
• Het loginterval kan worden ingesteld van 10 seconden tot 180 minuten door volgende instructies te
volgen: Menu, Algemeen, Loginterval.
• Bij het geselecteerde interval wordt de volgende informatie geregistreerd:
004. L2022-04-26 00
220422600030.CSV
YYMMDD ## Interval
Log oproepen