Download Print deze pagina

Advertenties

HANDLEIDING
HI510
Universele procescontroller

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Hanna Instruments HI510

  • Pagina 1 HANDLEIDING HI510 Universele procescontroller...
  • Pagina 2 INHOUD 1. Introductie ...............4 Alarmen ..............116 Waarschuwingen ............117 1.1. Voor gebruik ............4 1.2. Veiligheidsmaatregelen ........4 Foutmeldingen ............119 1.3. Beschrijving ............5 Fatale fouten .............120 2. Specificaties .............8 19. pH & ORP meten ..........122 2.1. Controller ............8 19.1. Algemene installatieoverwegingen ....122 2.2.
  • Pagina 3 Bedankt dat u voor een product van Hanna Instruments heeft gekozen. Leest u, alvorens dit instrument in gebruik te nemen, deze handleiding goed door. Mochten er vragen of opmerkingen zijn, dan kunt u contact opnemen met uw leverancier. Deze handleiding is geschreven voor de HI510 procescontroller met softwareversie v2.00 en hoger.
  • Pagina 4 Introductie 1. INTRODUCTIE 1.1. VOOR GEBRUIK Haal het instrument uit de verpakking en controleer zorgvuldig of er geen schade is ontstaan tijdens trans- port. Bij schade, gelieve contact op te nemen met uw leverancier. Elk instrument wordt geleverd met: • stroomkabel (3 m) •...
  • Pagina 5 ORP, geleidbaarheid en opgelost zuurstof, en is geschikt voor wand-, buis- en paneelmontage. De HI510 is ontworpen om zich aan te passen aan de unieke procesbesturingseisen van elke gebruiker, en biedt dus een hoge mate van flexibiliteit voor alle hardware-ingangen en -uitgangen en softwaregedefini- eerde functies.
  • Pagina 6 Introductie Wanneer gekoppeld, maakt het systeem gedeeld beheer van instellingen tussen controller en elektroden mogelijk, waarbij de controller alleen instellingen beheert die verband houden met de beoogde toepassing, zoals gedefinieerd door de vereisten van het industriële proces, en de elektrodemeetinstellingen en waar- schuwingen beheren, inclusief temperatuurcompensatie en kalibratie.
  • Pagina 7 Gebeurtenislog kan maximaal 100 records van gebeurtenissen, alarmen, foutgerelateerde gegevens opslaan. Logbestanden kunnen worden geüpload naar een USB-stick via de USB-C-poort. Tot driepunts standaardkalibratie met keuze uit twee buffergroepen: Hanna Instruments: 1,68, 4,01, 7,01, 10,01, 12,45 pH, NIST: 1,68, 4,01, 6,86, 9,18, 12,45 pH Geleidbaarheid Gebruikerskalibratie tot twee punten met selecteerbare kalibratiepunten: 0,000 μS/cm voor offset...
  • Pagina 8 Specificaties 2. SPECIFICATIES 2.1. CONTROLLER Model Relais Analoge uitgangen HI510-0320 HI510-0540 HI1006-18 (LT, PTFE junctie) HI1016-18 (LT, ceramische junctie) HI1006-38 (HT, PTFE junctie) HI1016-38 (HT, ceramische junctie) HI1006-48 (HF, PTFE junctie) HI1016-48 (HF, ceramische junctie) HI1026-1803 (vleestoepassingen) HI1126-1805 (voeding algemeen)
  • Pagina 9 Specificaties Alarmrelais voor alle Elektromechanisch relais SPDT-contactuitgang 5A - 250 Vac, 5A - 30 Vdc (Ohmse belasting), meetalarmen zekeringbeveiligd: 5A, 250V trage zekering Intervallog, maximaal 100 bestanden, maximaal 8600 records op elk opgeslagen bestand. Wanneer de maximale limiet van 100 opgeslagen bestanden is bereikt, zal het meest recente bestand Loggen automatisch het oudste wissen.
  • Pagina 10 Specificaties 2.2. ELEKTRODECONFIGURATIES – HI10 PTFE junctie Ceramische junctie Lagetemperatuursglas (LT), titanium matching pin, -5,0 tot 80,0 °C 0,00 tot 12,00 pH Hogetemperatuursglas (HT), titanium matching pin, 0,0 tot 100,0 °C 0,00 tot 14,00 pH Fluorideresistent glas (HF), titanium matching pin, -5,0 tot 60,0 °C 0,00 tot 10,00 pH –...
  • Pagina 11 Functiebeschrijving 3. FUNCTIEBESCHRIJVING 3.1. VOORPANEEL • Het voorpaneel bevat een grafisch display en toetsenbord met tactiele feedback. • De eerste lcd-regel geeft informatie weer over de status van de controller, de tweede lcd-regel geeft meetwaarden weer en de derde lcd-regel geeft de temperatuurwaarde of aanvullende berichten weer. •...
  • Pagina 12 Functiebeschrijving 3.1.1. Display Onderstaande schermafbeeldingen tonen voorbeelden van meetschermen met een aangesloten pH- (en temperatuur-), EC- of DO-elektrode. Titel en status Measure а waarschuwing б alarm 6.61 Druk voor omschrijving 21.0 °C Meetwaarde, eenheid, alarmstatus З (laag) of Ж (hoog) Measure DO Temperatuurwaarde, eenheid, alarmstatus %Sat...
  • Pagina 13 3.2. CONTEXTUELE HULP HI510 biedt een interactieve contextuele helpmodus die u op elk moment bijstaat. • Om het helpscherm te openen, drukt u op de diagnosetoets . Het instrument geeft aanvullende informatie weer met betrekking tot het huidige scherm.
  • Pagina 14 Functiebeschrijving Symbool Functie Voorbeeld Weergegeven in het titel- en statusgebied, geeft een actieve alarmstatus aan. Measure 7.43 Druk op de DIAG-toets voor een beschrijving van het alarm en een suggestie °C voor mogelijke actie. Measure 7.37 °C 50.1 Geeft Alarm hoog/laag aan op de parameter. Ж/ З...
  • Pagina 15 Functiebeschrijving USB-C-poort Kabelwartels Ontluchting 3 Zijkant 3.5. MEETSCHERMEN Meten is de normale bedrijfsmodus. Als de elektrode is aangesloten, detecteert de controller automatisch het type. Onderstaande schermafbeeldingen tonen meetgegevens die zijn genomen met pH-, ORP-, geleidbaar- heids- of opgelost-zuurstofelektroden. Elektrode Meettype Display Measure Measure...
  • Pagina 16 Functiebeschrijving Elektrode Meettype Display Measure EC μS/cm 91.03 °C 19.0 Measure TDS 45.54 Measure TDS 45.54 °C μS/ LIN. 91.07 19.0 °C 19.0 Measure RES MΩ•cm 18.0 Measure RES STD. Resistiviteit 18.0 MΩ•cm °C μS/ STD. 0.056 25.0 °C 25.0 Measure SAL Measure SAL Sal %...
  • Pagina 17 Installatie 4. INSTALLATIE 4.1. INSTALLATIE HARDWARE 4.1.1. Algemene richtlijnen • De controller is geschikt voor gebruik buitenshuis, maar installatie in direct zonlicht of in gebieden met extreme temperaturen wordt niet aanbevolen. • Gebaseerd op de specificaties van de controller, liggen de thermische omstandigheden van de installatie in het bereik van -20 ºC tot 50 ºC.
  • Pagina 18 Installatie DIAG 170 mm [ 6.7” ] 280 mm [ 8.2” ] Ø 6.2 mm [ 0.244” ] Ø 8.5 mm [ 0.335” ] 83 mm [ 3.3” ] 170 mm [ 6.7” ] 280 mm [ 8.2” ] 12 mm [ 0.5” ] 5 Paneeldikte wandmontage, montagebouten en afmetingen sleuven.
  • Pagina 19 Installatie 163 mm [ 6.4” ] 6 Controller bevestigd aan wandgemonteerd paneel Hardware voor wandmontage De controller kan aan de muur worden gemonteerd met behulp van een paneel voor wandmontage dat zowel horizontaal als verticaal kan worden bevestigd. Gebruik het wandmontagepaneel en de juiste hardware. De montagekit bevat niet de bevestigingsmidde- len die nodig zijn om het paneel aan de wand te bevestigen.
  • Pagina 20 Installatie 7 Schema voor wandmontage Label Beschrijving Aantal Procesregelaar Verzinkt paneel voor wandmontage Vlakke sluitring voor M6-schroef Veerring voor M6-schroef M6 x12 mm schroef (DIN 7985) Om de controller aan de muur te bevestigen 1. Selecteer de gewenste positie voor de controller en volg de afmetingen die zijn aangegeven in de afbeelding, boor de gaten die nodig zijn om het wandmontagepaneel aan het oppervlak te bevestigen.
  • Pagina 21 Installatie 4.1.3. Paneelmontage Binnendiepte, breedte en hoogte • 122 mm minimale binnendiepte, d.w.z. de afmeting die achter het paneel uitstrekt • 138 mm breedte x 138 mm hoogte • paneeldikte kan oplopen tot 10 mm, afhankelijk van materiaal 5 mm [ 0.2” ] +0.04 138 mm 5.43”...
  • Pagina 22 Installatie Label Beschrijving Aantal Procesregelaar Externe pakking Paneelbeugel, 100 mm M4 x 45 mm schroef (DIN 7985) Vlakke sluitring voor M6 schroef Veerring voor M6 schroef M6 x 12 mm schroef (DIN 7985) Om de controller op een paneel te monteren 1.
  • Pagina 23 Installatie Schuif de pakking op de controller en plaats de controller in de uitgesneden plaats voor het paneel vanaf de voorkant van het paneel. Gebruik schroeven en ringen om de beugels vanaf de achterkant op de controller te schroeven. Schroef M6 x12 mm schroeven in de beugel en draai ze vast tegen de achterkant van het paneel.
  • Pagina 24 Installatie 12 Buisbevestiging Label Beschrijving Aantal Procesregelaar Zeskantmoer M8 Montageplaat Vlakke sluitring voor M8 schroef Veerring M8 schroef Vlakke sluitring voor M6 schroef Veerring voor M6 schroef U-bout 1” U-bout 1 ½” U-bout 2 ½” M6 x12 mm schroef (DIN 7985)
  • Pagina 25 Installatie 13 Verticale en horizontale buismontage Om de controller op een buis te monteren 1. Bevestig de montageplaat aan de controller met behulp van de hardware die in de hardwaretabel wordt vermeld. 2. Meet de buisdiameter en selecteer de juiste maat U-bout. De montageset bevat drie maten U-bouten, voor buisdiameters van 3/4 ”tot 2 ½”.
  • Pagina 26 Installatie 4.2.2. Leidingopeningen voorbereiden • Er zijn zes doorvoeropeningen die worden gebruikt voor het afdichten van de aansluitkabels. Doorvoer- openingen accepteren kabels van 6-12 mm. • Om de behuizing IP65 te houden, blokkeert u de ongebruikte openingen met IP65 buispluggen. SIGNAL PATH POWER...
  • Pagina 27 Installatie Metalen moer Metalen basisplaat Behuizingswand Kabelwartelafdichting Kabelwartelbehuizing Kabelafdichting Kabelwartelmoer Blinde plug 15 Schema van blootliggende kabelwartels 4.2.3. De behuizing openen Het voorpaneel is scharnierend aan de voorzijde van de behuizing voor gemakkelijke toegang tot bedra- dingslocaties. Om de behuizing te openen, draait u de vier geborgde schroeven voldoende los zodat de veren ze naar buiten kunnen duwen.
  • Pagina 28 Installatie 17 Scharnierend voorpaneel 4.2.4. Bedrading van de regelaar Gemakkelijke toegang tot de installatieklemmen - in- en uittrekken - maakt snelle bedrading mogelijk. • Hoog voltage (Terminal 1) Œ Stroom (9) Œ Alarm (1) Œ Controlerelais (8) • Laag voltage (Terminal 2) Œ...
  • Pagina 29 Installatie • Volg de markeringen (+ positief/- negatief) om ervoor te zorgen dat de uitgangskabels op de juiste positie op het moederbord zijn aangesloten. • Leid de connectorkabel door de daarvoor bestemde opening en sluit met een schroevendraaier de connectorkabels aan op de juiste connectorbus en steek ze in de overeenkomstige bus. Terminal Terminal - B A +...
  • Pagina 30 Installatie Terminal 1 Terminal 2 ALARM CONDITION OR METER OFF COMM 100 mA ALARM RELAY NO ALARM PROBE 100 mA 5-30V RELAY 1 DIGITAL RELAY 2 INPUTS 5-30V RELAY 3 RELAY 4 RELAY 5 0 - 20 mA OUT / AO 1 4 - 20 mA OUT 0 - 20 mA OUT /...
  • Pagina 31 Installatie Alarmcontacten zijn van het type C, nominaal 5A bij 250 Vac, 2A bij 30 Vdc, resistieve belasting. Ô Zekeringbeveiligd: 5A, 250V trage zekering. Fail safe-alarmfunctie De controller is uitgerust met de Fail Safe-alarmfunctie om het proces te beschermen tegen kritieke fouten als gevolg van stroomonderbrekingen, stroompieken en menselijke fouten.
  • Pagina 32 Installatie • Leid de voedingskabel door de kabelwartel (afbeelding 14, label 5). Verwijder de voedingsconnector van de voedingskaart. • Sluit de kabelgeleiders met een schroevendraaier aan op de stroomconnector. Elke locatie van de kabels is gemarkeerd op de voedingskaart. Ô •...
  • Pagina 33 4. Houd de verbinding tussen COMM-terminals en kabelboom zo kort mogelijk. Aanbevolen gebruik van 120 Ω / 0,5 W End Of Line Resistor (EOLR), als HI510 het laatste apparaat is dat is aangesloten op een RS-485-buskabel.
  • Pagina 34 Installatie HI510 Process Controller Date: 2023-04-07 V2.00 2.2.0 Als er geen elektrode is aangesloten of een nieuwe elektrode is aangesloten, kan de controller bij het opstarten een van de onderstaande waarschuwingsberichten weergeven. Waarschuwingsbericht Omschrijving Er is geen elektrode aangesloten "Geen elektrode aangesloten"...
  • Pagina 35 Menustructuur 5. MENUSTRUCTUUR De MENU-toets wordt gebruikt om toegang te krijgen tot menu's voor het programmeren van bestu- ringsfuncties en het kalibreren van de controller. • Druk op om de acht menu-items op het hoogste niveau te openen. • Druk op om door menu-items te navigeren.
  • Pagina 36 Kanaal Menu Scherm Functie Algemene instellingen configureren (bekijken) bv. log-interval, wachtwoord, Algemeen datum en tijd, taalkeuze, instellen van RS-485-communicatieparameters, instellen van controller-ID 6. KANAAL Als Kanaal is geselecteerd, zijn de virtuele toetsen INSTELL. zichtbaar. • Door te selecteren wordt het elektrodekalibratiemenu geopend. •...
  • Pagina 37 Kanaal De controller valideert de geconfigureerde instellingen wanneer deze probeert het menu te verla- Ô ten en verwijst de gebruiker naar eventuele ongeldige parameters. Wanneer u wordt gevraagd de wijzigingen op te slaan, drukt u op de virtuele toets JA.
  • Pagina 38 Kanaal 6.2. ELEKTRODE-INSTELLINGEN, ALGEMENE PARAMETERS Deze sectie groepeert configureerbare elektrode-instellingen die gemeenschappelijk zijn voor alle bedrade elektroden, ongeacht de gemeten parameter, evenals elektrode-informatiedetails. Voor kalibratie-timeout, temperatuurbron, handmatige temperatuurwaarde, instellen van de tempera- tuur-offsetwaarde: volg dezelfde stappen ongeacht de bedrade parameter. Raadpleeg de volgende secties voor parameterspecifieke informatie over configureerbare opties: Œ...
  • Pagina 39 Kanaal • Om de temperatuurcompensatie te verkrijgen, zie stap Stappen voor temperatuurkalibratie. Stappen voor temperatuurkalibratie 1. Plaats de elektrode en een referentiethermometer (met een resolutie van 0,1 °) in een geroerde bak met water. 2. Observeer de weergegeven temperatuur totdat deze niet meer verandert. Dit kan enkele minuten duren. 3.
  • Pagina 40 Kanaal 6.3. INSTELLINGEN (PROCES)CONTROLE EN ALARM Regel- en alarminstellingen, onderdeel van het procesbesturingssysteem, zijn gegroepeerd onder het menu- item Kanaal. Dit submenu wordt gebruikt om de procesbesturingsparameters te definiëren. • Druk in de meetmodus op • Selecteer INSTELL. bij Kanaalparameter. •...
  • Pagina 41 Kanaal Parameter Opties: zie Elektrodeconfiguraties voor ondersteunde parameters Parameter, Meeteenheden, minimale en maximale elektrodewaarden, hysteresis, afwijking, dode bandwaar- den, controleperiode, resettijd, snelheidstijd en dode bandversterking zijn afhankelijk van de geconfigureerde regelmodusoptie (d.w.z. AAN/UIT, proportioneel, PID) in het submenu Elektrode-instellingen. Met Parameter geselecteerd, druk op de virtuele toets, en druk om op te slaan of om naar de volgende parameter te gaan.
  • Pagina 42 Kanaal Modus (instelpunt ingeschakeld) Opties: AAN/UIT, Prop., PID De Modus-parameter definieert het type regeling, d.w.z. AAN/UIT, Prop., van PID. De virtuele INSTELL.-toets wordt gebruikt na het selecteren van Mode, om aanvullende instellingen in te stellen. Zie Controlemodi en algoritmen voor gedetailleerde informatie. •...
  • Pagina 43 Kanaal Instelling voor Prop.-besturing • Druk op INSTELLINGEN om het opties-submenu weer te geven. • Druk op de pijltjestoetsen om te schakelen tussen Mode, Afwijking, Controleperiode en Dode band. • Selecteer Mode en druk op de virtuele toetsen om Prop. High of Prop. Low te selecteren. •...
  • Pagina 44 Kanaal Prop.-controle. Bewerkbare standaard- en grenswaarden. Controleparameters Gemeten parameter Standaard Minimum Maximum* 1,00 pH 0,02 pH 6 pH 50 mV 2 mV 2000 mV Afwijking 2,000 mS 0,002 μS 500,0 mS 5,0 %Sat 0,2 %Sat 300,0 %Sat Controleperiode 1,00 min 10 sec 30,00 min 0,20 pH...
  • Pagina 45 Kanaal • Druk op de -toets om Resettijd te selecteren. • Met Resettijd gemarkeerd, druk op INSTELL. De huidige waarde gaat knipperen zodat u deze binnen de grenswaarden kunt bewerken met de -toetsen. De standaardwaarde schakelt de integratieve bijdrage uit. •...
  • Pagina 46 Kanaal PID-regeling. Bewerkbare standaard- en grenswaarden. Controleparameters Gemeten parameter Standaard Minimum Maximum* 1,00 pH 0,02 pH 6 pH 50 mV 2 mV 2000 mV Afwijking 2,000 mS 0,002 μS 500,0 mS 100,0 %Sat 0,2 % Sat 300,0 % Sat Controleperiode 1,00 min 10 sec 30,00 min...
  • Pagina 47 Kanaal Overtijdalarm opnieuw instellen • Vanuit Menu, Wachtmodus, selecteer Man Aan. De timer wordt gereset naar 0. • Schakel de handmatige Hold uit voordat u het menu verlaat. • Controleer of de reagenstanks vol zijn en of de gebruikte kleppenpompen operationeel zijn. Regeluitgang (instelpunt ingeschakeld) Opties: Alleen lezen Toont het relais (bv.
  • Pagina 48 Kanaal 6.3.2. Configureerbare alarminstellingen Dit submenu wordt gebruikt om de bedrijfslimieten van het proces te definiëren. De in dit submenu geconfigureerde insteldrempels besturen het alarmrelais. Als Alarm actief wordt, stopt de besturing. Zowel de gemeten parameter als de temperatuur worden in dit submenu geconfigureerd. Alarmmenu-items zijn specifiek voor metingen.
  • Pagina 49 Kanaal • Terwijl Alarm hoog ingeschakeld is geselecteerd, drukt u op de overeenkomstige virtuele toets om te schakelen tussen de opties voor inschakelen of uitschakelen. Het vinkje bevestigt dat de parameter is ingeschakeld. • Druk op de -toets om op te slaan. Alarm hoog (Alarm hoog ingeschakeld geselecteerd) Hiermee kunnen gebruikers de bovengrenswaarde voor het alarm instellen.
  • Pagina 50 Hold-modus Maskertijd (Alarm hoog ingeschakeld of Alarm laag ingeschakeld geselecteerd) Opties: 0 tot 30 min (0-59 sec, 1:00 tot 30:00 min) Maskertijd is een alarmvertragingstimer. Zodra het alarm actief wordt, blijft het n tijdseenheden actief, zelfs als niet aan de alarmvoorwaarde wordt voldaan. •...
  • Pagina 51 Hold-modus 7.1. HANDMATIG VASTHOUDEN INSCHAKELEN Het submenu Hold-modus wordt gebruikt om een handmatige 'Hold' in of uit te schakelen. Het kan ook worden gebruikt om een functie voor externe wachtstand te configureren die gebruikmaakt van een digitale invoeractivatie. 1. Selecteer Man aan (of UIT) 2.
  • Pagina 52 Hold-modus Hold-ingang Hold-modus kan worden geactiveerd met behulp van externe activatie-ingangen. Dit is een alleen-lezen parameter die aangeeft welke ingangen zijn geconfigureerd om de Hold-modus te starten. Als een invoer is geselecteerd, wordt de geselecteerde invoer weergegeven. Als u de invoertoewijzing voor Hold Input wilt wijzigen, keert u terug naar de menustructuur op het hoogste niveau en selecteert u INVOER.
  • Pagina 53 Hold te plaatsen en parameters te wijzigen wanneer het wachtwoord is ingeschakeld. Zowel Relais als Analoge uitgangen kunnen worden gebruikt als onderdeel van een procesbesturingssysteem. HI510-320 heeft 3 relais en 2 analoge uitgangen (AO) en HI510-540 heeft 5 relais en 4 analoge Ô uitgangen (AO).
  • Pagina 54 Uitgangen 8.1. RELAIS • Als het menu-item Outputs is geselecteerd, drukt u op INSTELL. • Druk op de pijltjestoetsen om een Relais te selecteren INSTELL. Enable • Druk op INSTELL. om de lijst met relais te openen (met het type ernaast). De relais kunnen worden toegewezen aan de functies Instelpunt, Hold of cleaning.
  • Pagina 55 Uitgangen • Druk op de TERUG-toets om terug te keren naar het menu zonder op te slaan. • Voer wanneer gevraagd het wachtwoord in. • Druk op om de eenheid in Hold te plaatsen en parameters te wijzigen. We raden gebruikers aan om vanaf het begin van deze menustructuur configuratiewijzigingen aan Ô...
  • Pagina 56 Uitgangen EC-elektrode DO-elektrode Wanneer analoge uitvoer is toegewezen aan CtrlSetPx, volgt deze de specifieke regeluitvoer voor het instelpunt. Uitgangsbereik Opties: 0 -20 mA, 4 -20 mA Als Uitvoerbereik is geselecteerd, drukt u op de bijbehorende virtuele toets om het uitgangsbereik in mA in te stellen: 0-20mA of 4-20mA.
  • Pagina 57 Uitgangen Waarde voor 0mA of 4mA Opties: gemeten parameter, CtrlSetP1 of CtrlSetP2 • Met 0mA (of 4mA)-waarde geselecteerd, druk INSTEL. De waarde knippert om aan te geven dat deze kan worden gewijzigd. Druk op de pijltjestoetsen om de waarde te verhogen of te verlagen. Druk op BEVESTIG, om op te slaan. Waarde voor 20mA Opties: gemeten parameter, CtrlSetP1 of CtrlSetP2 •...
  • Pagina 58 Ingangen Vaste waarde • Als Vaste waarde is geselecteerd, drukt u op INSTELLEN. De waarde knippert om aan te geven dat deze kan worden gewijzigd. • Druk op de pijltjestoetsen om de waarde te verhogen of te verlagen. Druk op BEVESTIG om de waarde op te slaan.
  • Pagina 59 Ingangen • Druk terwijl de optie is geselecteerd op INSTELLINGEN om de geselecteerde ingang te openen. Indien nodig: • voer wanneer gevraagd het wachtwoord in • wanneer u hierom wordt gevraagd, drukt u op om het apparaat in Hold te zetten Elk van de twee ingangen kan worden geconfigureerd als 'uitgeschakeld' of worden gebruikt om de Hold-modus of een reinigingscyclus te activeren via een externe activeringsschakelaar.
  • Pagina 60 Reiniging De controller valideert de geconfigureerde instellingen wanneer u het menu probeert af te sluiten Ô en wijst de gebruiker op ongeldige parameters. Druk op virtuele toets om wijzigingen op te slaan. 10. REINIGING Instellingen veranderen niet als een nieuwe parameterelektrode op de controller wordt gebruikt. Ô...
  • Pagina 61 Reiniging Voor een geavanceerde reiniging wordt de geconfigureerde spoelrelais geactiveerd en blijft het gedurende de hele reiniging aan. Nadat de spoeltijd voor het wassen is verstreken, is het tweede wasrelais ingeschakeld voor de wastijd. Naarmate deze tijd verstrijkt, wordt de spoeltimer na het wassen gestart, gevolgd door een hersteltimer terwijl het elektrodesysteem opnieuw wordt afgestemd op het proces, vervolgens eindigt de rei- nigingscyclus en keert de controller terug naar de normale Meet- en Regelservice.
  • Pagina 62 Reiniging • Dit is een alleen-lezen parameter die aangeeft welke invoer, indien aanwezig, is toegewezen om te beginnen met spoelen. Druk op Weergave om de geconfigureerde activeringsingangen weer te geven. Int. activering Opties: uit, timer, schema • Met Int. activering geselecteerd, druk op WIJZIGEN voor de vervolgkeuzelijst met opties.
  • Pagina 63 Reiniging Reinigingsinterval Opties: 1 tot 1440 min. (als 1 tot 59 min. en 1:00 tot 24:00 uur), als Timer is geselecteerd als een Int. activering NA, als Schema is geselecteerd als Int. activering • Wanneer Reinigingsinterval is geselecteerd, drukt u op INSTELLEN te wijzigen.
  • Pagina 64 Reiniging Item Option Screenshot Wascycli 1 tot 10 Cycli enkel spoelen 1 tot 10 Hersteltijd Tijd om de elektrode te laten acclimatiseren 5 tot 120 s voordat met de besturing wordt begonnen Spoelreleis Alleen-lezen-parameter die aangeeft welke relais Geeft het toegewezen spoelrelais weer zijn geconfigureerd voor de spoelfunctie Wasrelais Alleen-lezen-parameter die aangeeft welke relais...
  • Pagina 65 Technisch menu Item Option Screenshot Spoelreleis Geeft het toegewezen spoelrelais weer De controller valideert de geconfigureerde instellingen wanneer u het menu probeert af te sluiten Ô en verwijst de gebruiker naar ongeldige parameters. Druk op om wijzigingen op te slaan. 11.
  • Pagina 66 Technisch menu 4. De werkelijke drukwaarde wordt weergegeven. 5. Druk op de pijltjestoetsen om de waarde aan te passen aan de waarde die is bepaald met de handme- ter. 6. Wanneer de meting stabiel is, wordt BEVESTIG weergegeven. Druk op BEVESTIG om de kalibratie op te slaan.
  • Pagina 67 Technisch menu 2. Voer de toegangscode in wanneer daarom wordt gevraagd, terwijl het wachtwoord is ingeschakeld. Wanneer daarom wordt gevraagd, selecteert u om het apparaat in de wachtstand te zetten. 3. Druk op VOLGENDE om te navigeren en selecteer AO om te bewerken. Het symbool А geeft de geselecteerde AO aan.
  • Pagina 68 Handmatige modus 12. HANDMATIGE MODUS Wanneer de handmatige modus is geselecteerd, is INSTELL. zichtbaar. Als u INSTELL. selecteert, wordt een submenu geopend waarin de relais (met hun geconfigureerde functie) en analoge uitgangen worden weergegeven. INSTELL. Enable Wanneer relais zijn ingeschakeld, kan het handmatig de relaisaansluiting en -werking testen (relaiscontact openen en sluiten) en ook de werking van de bijbehorende apparatuur.
  • Pagina 69 Log oproepen 13. LOG OPROEPEN Selecteer het item Log raadplegen om het submenu Logbestanden van metingen en Gebeurtenissen te openen. 13.1. MEETLOG De waarden voor elke meting worden automatisch geregistreerd met geconfigureerde tijdsintervallen. Er wordt een nieuw log gestart telkens wanneer het instrument wordt gekalibreerd of opnieuw wordt geconfi- gureerd.
  • Pagina 70 • Als de drive is aangesloten, drukt u op BEVESTIG om een actie op te slaan of op de terugtoets om zonder op te slaan terug te keren naar het menu. • De geëxporteerde logs bevinden zich in een map met de naam HI510-xxxx (waarbij x de controller-ID...
  • Pagina 71 Log oproepen Verwijder de flash drive niet tijdens de bestandsoverdracht. Als er een fout optreedt tijdens de Ô overdracht, wordt 'Fout tijdens het overbrengen' weergegeven. Installeer de flash drive opnieuw en probeer het opnieuw. Gegevensbeheer Druk op OPTIES • Geselecteerde/alle logbestand(en) exporteren •...
  • Pagina 72 Log oproepen • Druk op VERW. om alle gebeurtenislogs te wissen. 13.2.1. Gebeurtenistypes 13.2.1.1. Fouten, alarmen, waarschuwingen Verlies van functie Functioneel falen Productiefout Elektrode losgekoppeld Instrumentfout...
  • Pagina 73 Log oproepen Alarmen, waarschuwingen Alarmen op gemeten parameter (buiten bereiklimiet) Regelalarm Regelwaarschuwing 13.2.1.2. Kalibratiegebeurtenissen Gebruikerskalibratie Proceskalibratie...
  • Pagina 74 Log oproepen 13.2.1.3. Reinigingsgebeurtenissen Reiniging 13.2.1.4. Configuratiewijzigingen Vasthouden Handmatige modus Firmware-update Installatie-update Afhankelijk van het aantal instellingswijzigingen kunnen gebruikers meer dan één scherm openen door op de --> virtuele toets te drukken. 13.2.1.5. Elektrodespecifiek, alleen HI7640-50 ODO-dopfout...
  • Pagina 75 Log oproepen HI510 Logevenementcodes en toegewezen parameters HI510 werkt met een gebeurtenisregistratiesysteem waarbij bij het instellen van nieuwe parameterwaarden een instellingsgebeurtenis- en gebeurteniscode wordt gegenereerd. Loggebeurtenis slaat de instellingsge- beurteniscode op samen met zowel nieuwe als vorige waarden. Code Parameter...
  • Pagina 76 Log oproepen Code Parameter Code Parameter Reiniging, rinsing post-wash time Analog out parameter follow Reiniging wash time Analog out parameter follow Reiniging, rinsing pre-wash time Analog out parameter follow Reiniging interval Analog out parameter follow Reiniging, wash cycles number Analog out output range Reiniging, rinse-only cycles...
  • Pagina 77 Log oproepen Voorbeeld • Gebeurteniscode 21: stel de status van punt 1 in, met oude waarde 0 (uitgeschakeld) en nieuwe waarde 1 (ingeschakeld). • Gebeurteniscode 22: stel de status van punt 2 in, met oude waarde 22 (uitgeschakeld) en nieuwe waarde 2 (ingeschakeld) •...
  • Pagina 78 Algemene instellingen 14. ALGEMENE INSTELLINGEN • Als ALGEMEEN is geselecteerd, drukt u op INSTELL. INSTELL. Enable • Druk op de pijltjestoetsen om tussen parameters te navigeren. • Druk op de TERUG-toets om terug te keren naar het menu zonder op te slaan. •...
  • Pagina 79 Algemene instellingen Achtergrondverlichting Opties: 0 tot 100% • Als LCD-VERLICHTING is geselecteerd, drukt u op INSTELLEN om een horizontale schuifbalk te openen die wordt gebruikt om de verlichting aan te passen. • Houd de pijl omhoog-toets ingedrukt om te verhogen of de omlaag-toets om te verlagen. •...
  • Pagina 80 Algemene instellingen Indien ingeschakeld, als de meting in alarm is, zal er een luide pieptoon van de controller komen. Ô Schakel 'Handmatig vasthouden' in om deze alarmstatus te bedwingen. Datum Opties: jaar/maand/dag • Druk op INSTELLEN om te wijzigen. • Met de geselecteerde waarde knipperend, drukt u op de toets om naar rechts te navigeren tussen jaar/ maand/dag.
  • Pagina 81 Algemene instellingen Tijdformaat Opties: hh:mm:ss 24h, hh:mm:ss 12h • Als TIJDNOTATIE is geselecteerd, drukt u op WIJZIGEN om de keuzelijst weer te geven. • Gebruik de pijltjestoetsen om door de opties te bladeren. • Druk op BEVESTIG om op te slaan. Decimaal Opties: “.”...
  • Pagina 82 Algemene instellingen • Druk op BEVESTIG om op te slaan. Terugzetten naar fabrieksinstellingen Met deze optie kan de gebruiker alle gebruikersinstellingen wissen en het instrument terugzetten naar de standaard fabrieksinstellingen. • Als TERUGZETTEN naar fabrieksinstellingen is geselecteerd, drukt u op INSTELLEN om de standaardin- stellingen te herstellen.
  • Pagina 83 Algemene instellingen ontgrendeld. In de meetmodus wordt de controller na 10 seconden -> automatisch weer vergrendeld. Zie De sectie Wachtwoord in- en uitschakelen voor meer informatie. Het wachtwoord in- en uitschakelen Inschakelen 1. Druk in het hoofdmenu op de pijltjes-toetsen om naar Algemene instellingen, Wachtwoord te navige- ren.
  • Pagina 84 Algemene instellingen Als het wachtwoord vijf keer onjuist is ingevoerd, hebben gebruikers hulp nodig van Hanna Ô Instruments Service Controller ID Opties: 0000 tot 9999 • Als Controller-ID is geselecteerd, drukt u op INSTELLEN om te wijzigen. • Houd de pijl omhoog-toets ingedrukt om te verhogen of de omlaag-toets om te verlagen. •...
  • Pagina 85 Algemene instellingen Net Address Opties: 01 tot 99 Met deze optie kan de gebruiker het Modbus-adres van de controller instellen. • Druk op INSTELLEN om te wijzigen. • Houd de pijl omhoog-toets ingedrukt om te verhogen of de omlaag-toets om te verlagen •...
  • Pagina 86 Algemene instellingen Stop Bits Opties: 1, 2 Met deze optie kan de gebruiker de stopbitoptie instellen op basis van de stopbit van het aangesloten apparaat. • Terwijl Stopbits geselecteerd zijn, drukt u op WIJZIGEN om de keuzelijst met opties weer te geven. •...
  • Pagina 87 Algemene instellingen Opstartvertraging is een timer die wordt gebruikt om te voorkomen dat besturingsfuncties (relais en parame- ters) en temperatuurgeconfigureerde analoge uitgangen) werken tijdens het opstarten van de controller. • Als OPSTARTVERTRAGING is geselecteerd, drukt u op INSTELLEN om de tijd te wijzigen. •...
  • Pagina 88 Controllerfuncties & modi 15. CONTROLLERFUNCTIES & MODI...
  • Pagina 89 Controllerfuncties & modi Standaardwaarden voor controllerinstellingen Elektrodetype Instelling Temperatuur Alarm hoog Maximaal bereik van de elektrode Alarm laag Het minimumbereik van de elektrode DO_Conc: 8,26 mg/l sal %: 200 % Instelpunt 8,00 pH 500 mV 25 °C DO_Sat:100 % EC: 10,00 mS/cm Hysterese voor AAN/UIT-be- 1,00 pH 50 mV...
  • Pagina 90 Besturingsmodi & Algoritmes 16. BESTURINGSMODI & ALGORITMES De HI510 is bedoeld om industriële processen te regelen. Het instrument en de sensor meten de proces- variabele en de HI510 gebruikt bedieningsinstellingen om uitgangen te regelen die zijn aangesloten op hulpapparatuur om de procesvariabele naar de gewenste waarde te regelen.
  • Pagina 91 Besturingsmodi & Algoritmes • Druk op de MENU-toets vanuit de meetmodus. • Selecteer INSTELL. vanuit Kanaal. • Selecteer INSTELL. met controllerinstellingen gemarkeerd. • Druk op de pijltjestoetsen om tussen parameters te schakelen. • Selecteer de parameter die moet worden gestuurd. •...
  • Pagina 92 Besturingsmodi & Algoritmes CO – Controle uit SP – Instelpunt PV – Proceswaarde Aan/uit-regeling van een batch pH-proces met behulp van een pomp als extern doseerapparaat Een doseeroplossing kan een zuur of een base zijn, afhankelijk van het gewenste resultaat, en de regeling kan hoog of laag worden ingesteld.
  • Pagina 93 Besturingsmodi & Algoritmes Door een hysteresis in te stellen, wordt een boven- en onderlimiet aangemaakt. Het schakelen rond het instelpunt wordt daardoor verminderd. Process value Hysteresis Control output Control mode High Control output Control mode Low Aan/uit controle met hysterese Het continu regelen gedurende een langere periode wordt voorkomen door overtijdcontrole.
  • Pagina 94 Besturingsmodi & Algoritmes Aan/uit-bediening met controllerstatus Relais toegewezen aan Analoge uitgang toegewezen aan Instelpunt Functie/modus Regeluitgang Instelpunt regeluitgang regeluitgang Meten 0 of 100% Uit of aan Geschaalde waarde van de regeluitvoer Opstarten Geschaalde waarde van de regeluitvoer Geschaalde waarde van de laatste regeluit- Control Vasthouden 0 % voer of een vaste waarde van de regeluitvoer...
  • Pagina 95 Besturingsmodi & Algoritmes Controleperiode is het tijdsinterval dat nodig is voor het bijwerken van de controle-uitvoer. Hoogdynamische processen vereisen frequente controle-updates, wat betekent dat de controleperioden korter zijn. Dode band vertegenwoordigt een gebied waar de fout tussen instelpunt en proceswaarde wordt beschouwd als 0.
  • Pagina 96 1,5 keer zijn voordat het systeem reageert. Als deze tijd te kort is, veroorzaakt een extra dosis overschrijding van het gewenste instelpunt, als het te lang is, kan het instelpunt nooit worden bereikt. Control Low for HI510 base-dosing solution Relay Control...
  • Pagina 97 Besturingsmodi & Algoritmes Control period Process value Deviation Relay out Control mode High Relay out Control mode Proportionele regeling Relais uit - controlemodus Hoog/Laag Analoge uitvoer is proportioneel met ingestelde puntafwijking over de controleperiode. Control period Process value Deviation 20 mA Analog out Control mode 0/4 mA...
  • Pagina 98 Besturingsmodi & Algoritmes Control period Process value Deviation Min. On time Relay out Proportional control Relay out with min. mode High On time control action Proportionele regeling, relais uit, proportionele controlemodus hoog, min. Op tijd Dode band minimaliseert ruisinvloed op de regeluitgang in de buurt van het instelpunt. Control period Process value Dead Band...
  • Pagina 99 Geschaalde waarde van de regeluitvoer * Gecontroleerde parameteralarmen, overtijdcontrolealarmen, elektrode losgekoppeld 16.2.3. Proportioneel integraal afgeleide (PID) PID-regeling op de HI510 is een wiskundige besturingslusmethode die automatisch algoritmecorrecties toepast op de besturings. Proportionele, integrale en afgeleide controleacties worden samengebracht om één PID-besturingsalgoritme te maken.
  • Pagina 100 Besturingsmodi & Algoritmes van eerdere fouten in de besturingsuitvoer. Deze optie is geschikt als de afwijkingsparameter groot is of/en het proces een hoge latentie heeft. Rate time is een voorspellende parameter die de snelheid van evolutie van de controlefouten aangeeft. Het is gebaseerd op huidige en eerdere fouten.
  • Pagina 101 Besturingsmodi & Algoritmes Proportionele actie kan worden ingesteld door middel van de Proportionele Band (PB). PB wordt uitgedrukt in percentage van het invoerbereik en is gerelateerd aan Kp met: Kp = 100/PB Proportionele actie door middel van Proportionele Band De proportionele actie wordt direct ingesteld als Afwijking (D) in besturingsparametereenheden. De relatie tussen D en PB is: D = Bereik * PB/100 Ti = Kp/Ki, resettijd...
  • Pagina 102 Besturingsmodi & Algoritmes DB – Dode band PWM – Uitgangsrelais PID-regeling van een batch pH-proces met behulp van een pomp als extern doseerapparaat Net als bij aan/uit- en proportionele regeling kan een doseeroplossing een zuur of base zijn, afhankelijk van de gewenste resultaten, en de regelmodus kan hoog of laag worden ingesteld.
  • Pagina 103 Besturingsmodi & Algoritmes Afgeleide functie De afgeleide functie (rate time/derivative) compenseert snelle systeemveranderingen, waardoor onder- of overschrijding van de pH-waarde wordt verminderd. De afgeleide functie maakt gebruik van voorspellend gedrag. Tijdens PID-controle is het aan-interval niet alleen afhankelijk van de variabele waarde, maar ook van eerdere metingen.
  • Pagina 104 Besturingsmodi & Algoritmes Gebruikers moeten de afgeleide en integratieve acties uitschakelen door de Testtijd in te stellen op Ô 0 en de resettijd op maximum. Controleperiode en instelpunt moeten op maximale waarde zijn. De afwijking moet worden ingesteld op minimumwaarde. Houd er rekening mee dat deze procedure alleen een ruwe instelling van de PID-parameters mogelijk maakt, en zou daarom niet in alle processen toepasbaar zijn.
  • Pagina 105 Besturingsmodi & Algoritmes Maximale helling = 3pH/5 min.=0.6pH/ min. Controleperiode = Tx = ca. 7 minuten Afwijking = Tx * 0,6 = 4,2 pH 3 pH Resettijd = Tx/0,4 = 17,5 minuten Snelheidstijd = Tx * 0,4 = 2,8 minuten 5 min.
  • Pagina 106 Besturingsmodi & Algoritmes Process value Control period Deviation Min. On time Relay out PID control Relay out with min. mode Low On time control action PID-besturingsmodus laag, relais uit met minimale tijd in de ‘AAN’-stand. Om overschrijding te minimaliseren, wordt het integratieve besturingselektroderdeel op nul gezet wanneer dit het instelpunt nadert.
  • Pagina 107 Besturingsmodi & Algoritmes Om overschrijding te minimaliseren, wordt het integratieve controlegedeelte verminderd wanneer dit het instelpunt nadert. Process value Control period Dead Band Deviation Min. On time Relay out Relay out PID control with mode Low 50% Dead Band Gain PID-regelmodus Laag relais uit met 50% Dode band-versterking PID-regelingsinteractie met controllerstatus PID-bereke-...
  • Pagina 108 Het verzamelen van data gebeurt door digitale elektrodes via specifieke sensoren. Door procesomstan- digheden kunnen sensoren verstopt raken. Om nauwkeurige en betrouwbare metingen te kunnen blijven verrichten, heeft de HI510 reiniging als basisfunctie geïmplementeerd. In de reinigingsmodus activeert de controller een extern apparaat (bv. een pomp of kleppen). Het reini- gingscontroleblok biedt de mogelijkheid tot specifieke reinigingscycli gebaseerd op 2 besturingsalgoritmes: Eenvoudig reinigen en Geavanceerd reinigen.
  • Pagina 109 Reinigingsmodus Reiniging Triggers Geassocieerd relais Stappen • interne • instrument gaat in hold-modus Geavanceerd elk niet-toegewezen relais (water & kan worden ingesteld voor triggers (timer¹, • spoelen is bekrachtigd (voorspoel- detergent) geavanceerde reiniging (d.w.z. schema²) fase) ten minste één spoelrelais en •...
  • Pagina 110 Reinigingsmodus 17.3. REINIGINGSSEQUENTIES Reinigingssequenties zijn specifiek voor elk reinigingstype en worden als volgt gedefinieerd. Voor eenvoudige reiniging • Spoeltijd, de tijd dat spoelrelais is geactiveerd • Hersteltijd, de tijd die nodig is voor de elektrodesensoren om stabiele en nauwkeurige metingen te bereiken Voor geavanceerde reiniging •...
  • Pagina 111 Reinigingsmodus Geavanceerde reiniging Start cleaning End cleaning Advanced Cleaning Pre-Wash Post-Wash Pre-Wash Post-Wash sequences Wash Wash Recovery Rinse Rinse Rinse Rinse Time Wash cycle * Rins-Only cycle * Wash cycles number Rinse-Only cycles number Time Cleaning cycle Rinse relay Time Wash relay Time Hold relay...
  • Pagina 112 Reinigingsmodus Cleaning triggered by internal Timer Internal Timer Cleaning Interval Time Cleaning Cleaning Cleaning Cleaning cycle cycle cycle Time Reinigingstrigger, interne timer Intern schema Reiniging start op het exacte tijdstip, met een maximum van drie keer per dag. Cleaning triggered by schedule (calendar) Scheduled week Monday Tuesday...
  • Pagina 113 Reinigingsmodus 17.6. REINIGING STOPPEN • Houd de -toetsen samen ingedrukt om een reiniging te beëindigen. • Tijdens het reinigen met de controller in de normale meetmodus wordt de afteltimer weergegeven op de tweede lcd-lijn. Een volledige spoelfase (na het spoelen) wordt altijd uitgevoerd voordat een geavanceerde Ô...
  • Pagina 114 Cleaning Cleaning Cleaning cycle cycle cycle Time Cleaning cycle on stop condition Cleaning Cleaning Cleaning cycle cycle cycle Time Eindschoonmaak, opschorten voorwaarde 18. GEBEURTENISBEHEER HI510 heeft een intuïtief en gebruiksvriendelijk beheersysteem dat snelle en eenvoudige identificatie van gebeurtenissen mogelijk maakt.
  • Pagina 115 Fouten Een fout is een kritische gebeurtenis waarvoor technische ondersteuning van Hanna Instruments vereist is. Alle alarm-, waarschuwings- en foutgebeurtenissen worden vastgelegd in het gebeurtenislogboek. Ô...
  • Pagina 116 Gebeurtenisbeheer ALARMEN Analog Uitgang (AO) behavior • AO toegewezen aan Ctrl.SetPunt – geschaalde waarde van Ctrl.SetPunt-uitvoer • AO toegewezen aan parameter – geschaalde waarde van parameter of 22 mA (met optie ingeschakeld) Alarm Omschrijving Gegenereerd als de meetwaarde tijdens de ALARM_HIGH_PRIMARY meting hoger is dan de Alarm Low value Gegenereerd als de meetwaarde tijdens de...
  • Pagina 117 Gebeurtenisbeheer Alarm Omschrijving Hold-ingangsvoorwaarde is aanwezig (alarm Hold); gebeurtenisbericht is "Hold Ext." Manueel gegenereerd (stille wachtstand); Hold ALARMS gebeurtenisbericht is "Handmatig vasthouden" Gegenereerd door Menu /Gebruikerskal. (stille wachtstand) en niet geregistreerd in het gebeurtenislogboek. ALARM_OVERTIME_SP1 Gegenereerd wanneer de besturing de SP1 (SP2)-waarde niet bereikt nadat de geconfigu- ALARM_OVERTIME_SP2 reerde tijd is verstreken.
  • Pagina 118 Gebeurtenisbeheer Alarm Omschrijving Verouderde gebruikers-/proceskalibratie. WARNING_PROBE_UCAL_EXP nee nee Kalibratie is verplicht. Gegenereerd voorafgaand aan de kalibratie, wat WARNING_PROBE_nee_UCAL nee nee aangeeft dat elektrodekalibratie verplicht is. Gebruikers-/proceskalibratie is binnenkort nodig. Geconfigureerde time-outperiode voor kalibratie WARNING_PROBE_UCAL_EXP_SOON nee nee moet worden overschreden (5 % time-out voor kalibratiealarm dagen ervoor).
  • Pagina 119 Gebeurtenisbeheer Alarm Omschrijving Het maximale aantal gelogde bestanden per WARNING_LOT_LOG_MAX_INDEX_ASSIG- dag is bereikt (100). Sla de huidige gegevens nee nee op USB op en verwijder het bestand om gegevensverlies te voorkomen. WARNING_ODO_CAP_TIMEOUT Verlopen Smart Cap. Vervang de dop. nee nee Smart Cap verloopt binnenkort.
  • Pagina 120 Gebeurtenisbeheer Analoge uitgang (AO) Fout Omschrijving ERROR_RS485_POWER Stroomstoring RS-485-interface. nee functioneel C C C De temperatuur van de microprocessor is ERROR_MICRO_TEMP te hoog. Schakel de controller uit, wacht nee functioneel C C C 15 min. Schakel de stroom weer in. ERROR_IO_POWER 24V IO-stroomstoring C C C...
  • Pagina 121 Gebeurtenisbeheer Analoge uitgang (AO) Fatale fout Code Omschrijving ERROR_EEP_CTRL 0x00001 EEP-interfacecircuit werkt niet correct nee ja C C C ERROR_EEP_AO_FC 0x00002 Corrupte AO-fabriekskalibratie nee ja C C C ERROR_EEP_PRESSURE_FC 0x00010 Corrupte drukfabriekskalibratie nee ja C C C ERROR_EEP_SN 0x00040 Corrupt SN nee ja C C C ERROR_5V_POWER...
  • Pagina 122 pH & ORP meten 19. pH & ORP METEN 19.1. ALGEMENE INSTALLATIEOVERWEGINGEN • Elektroden kunnen eenvoudig worden geïnstalleerd met behulp van de ¾” NPT buitendraad. • Draai de elektrode met de hand op zijn plaats. Draai vervolgens, afhankelijk van het proces, een of twee slagen vast met een sleutel om hem op zijn plaats vast te zetten.
  • Pagina 123 pH & ORP meten 3/4’’ NPT (27 mm) Ø 25 mm (1.0”) Ø 8 mm (0.3”) HI1026-1803 0 to 12 pH 0 to 50 °C SN: XXXXXXXXXXX 37 mm (1.4”) 163 mm (6.4”) HI1026-1803 pH-elektrode voor vleestoepassingen Ø 25 mm (1.0”) Ø...
  • Pagina 124 pH & ORP meten 19.2.2. In-line montage met aanboorzadel Elektrode Elektrode-montageset Aanboorzadel Sensorpunt Buis De elektrode kan worden gedraaid om Ô luchtinsluiting in de elektrode te voorkomen. Mounting accessories Aanboorzadel Buis size HI10x6-y8ZZ HI20x4-Y8zz code Ø 50 mm BL120-550 Ø 63 mm BL120-563 Ø...
  • Pagina 125 pH & ORP meten 19.2.3. Tankonderdompeling met onderdompelbare elektrodehouder Elektrodekabel Kabelvergrendelingssysteem Elektrodehouderdop Instelbaar onderdompelingsniveau Elektrodehouder Elektrodebehuizing O-ring, Ø 22.2 mm Sensorpunt Beschermdop De HI60501/ HI60503 (PVC/PVDF dompelbare houders) en HI605011 (montageflens) bieden een stevige behuizing die voorkomt dat de elektrode beschadigd raakt. Voor hoge temperaturen of complexe chemische processen wordt het gebruik van PVDF-accessoires aanbevolen.
  • Pagina 126 pH & ORP meten 19.2.4. Stroomcelinstallatie Zorg ervoor dat er geen afzettingen van sediment of ander vreemd materiaal zich ophopen in het detectie- gebied. Procescontroller Bedradingskabel pH-elektrode FLOW CELL Doorstroomcel- adapter Doorstroomcel EXIT FLOW Kleppen Aanboorzadel VALVE 2 VALVE 1 FLOW FLOW TANK...
  • Pagina 127 Kal. buffergroep pH-optie enkel: Hanna Instruments, NIST • Druk terwijl het item is geselecteerd op Wijzigen. • Gebruik de omhoog/omlaag-toetsen om te kiezen tussen Hanna Instruments- of NIST-buffers. • Druk op Selecteren om de optie op te slaan.
  • Pagina 128 • na periodiek onderhoud • als na kalibratie is verlopen 19.4.1. pH-kalibratie De HI510 procescontroller maakt twee soorten pH-kalibratieprocedures mogelijk: • Standaardkalibraties uitgevoerd in standaard bufferoplossingen Œ Hanna Instruments: 1,68, 4,01, 7,01, 10,01, 12,45 pH Œ NIST: 1,68, 4,01, 6,86, 9,18, 12,45 pH •...
  • Pagina 129 • Voer de toegangscode in als daar om wordt gevraagd, indien het wachtwoord is ingeschakeld. • De eerste voorgestelde bufferoplossing “7,01 pH” (bij gebruik van Hanna Instruments buffergroep) of “6,86 pH” (bij gebruik van NIST-buffergroep) wordt linksboven in het venster weergegeven.
  • Pagina 130 pH & ORP meten • Nadat het tweede punt is geaccepteerd, wordt "Kalibratiepunt is geaccepteerd en opgeslagen" weer- gegeven. Selecteer VOLGENDE om door te gaan met een driepuntskalibratie of AFSLUITEN om terug te keren naar het menu. Driepunts • Volg de tweepuntskalibratiestappen en druk op VOLGENDE wanneer daarom wordt gevraagd.
  • Pagina 131 pH & ORP meten • Druk op PROCES om de proceskalibratie te openen. • Druk op de pijltjestoetsen om de waarde aan te passen aan de waarde die is bepaald met de handme- ter. • Als de uitlezing stabiel is, is BEVESTIG beschikbaar.
  • Pagina 132 pH & ORP meten Als de elektrode tijdens het proces geïnstalleerd blijft • Gebruik een gekalibreerde draagbare ORP-meter om de waarde van het proces te bepalen en noteer de waarde. Measure ORP °C 25.0 mV-metingen worden gegenereerd door de ORP-elektrode en weergegeven met een resolutie van Ô...
  • Pagina 133 pH & ORP meten 13. Druk op VERW. om de vorige kalibratie te wissen. 14. Druk op om de kalibratie te bevestigen. 19.4.4. Berichten en waarschuwingen voor pH-kalibratie Bericht Aangeraden actie "Ongeldige helling" Controleer of de elektrode zich in De elektrodehelling ligt buiten de aanvaarde hellingsli- de geselecteerde buffer bevindt miet.
  • Pagina 134 pH & ORP meten Periodiek onderhoud • Inspecteer de elektrode op krassen of scheuren. Als één van deze twee aanwezig is vervang dan de elektrode. • Inspecteer de kabel. De aansluitkabel moet intact zijn. • Spoel eventuele zoutafzettingen af met water. Onderhoud pH- &...
  • Pagina 135 Geleidbaarheid meten Opslag • Wanneer de pH-elektrode langer dan 1 uur uit het proces is verwijderd, vult u de beschermdop met HI70300 bewaaroplossing en draait u de dop vast op de sensor. Bewaar de elektrode nooit in gedestil- leerd of gedeïoniseerd water. 20.
  • Pagina 136 Geleidbaarheid meten Ø 12 mm (0.5”) 3/4’’ NPT Ø 28 mm (1.1”) 50 mm (2”) 72 mm (2.8”) 216 mm (8.5”) HI7630-48 vierrings-EC-elektrode met aangesloten kabel 216 mm (8.5”) HI7630-4800 vierrings EC-elektrode met DIN-connector 20.2.1. Elektrodekoppeling Lijn de pinnen uit en druk vervolgens de connector in het contact. Draai de kraag om deze op zijn plaats te vergrendelen.
  • Pagina 137 Geleidbaarheid meten Required accessories Aanboorzadel Buis size HI7630-28zz HI7630-48zz code Ø 50 mm (2”) BL120-550 Ø 63 mm (2½”) BL120-563 Ø 75 mm (3”) BL120-575 20.2.3. Installatie T-stuk • Installeer de elektrode horizontaal in een T-stuk en richt de stroom naar de opening aan de onderkant van de elektrode.
  • Pagina 138 Geleidbaarheid meten 20.2.4. Tankonderdompeling met onderdompelbare elektrodehouder Elektrodekabel Kabelwartel Elektrodehouderdop Instelbaar onderdompelingsniveau Elektrodehouder Elektrodebehuizing O-ring, Ø 22.2 mm (0.87”) Sensorpunt Beschermdop De HI60501 / HI60503 (PVC/PVDF-dompelbare houders) zorgen samen met HI60501-2 of HI60503-2 (PVC/PVDF-beschermdoppen) en HI605011 (montageflens) voor een stevige behuizing die voorkomt dat de elektrode beschadigd raakt.
  • Pagina 139 Geleidbaarheid meten Procescontroller Bedradingskabel EC-elektrode FLOW CELL Doorstroomceladapter Doorstroomcel EXIT FLOW Kleppen Aanboorzadel VALVE 2 VALVE 1 FLOW FLOW TANK 20.3. CONFIGUREERBARE MEETPARAMETERS Meetmodus Opties: EC, TDS, RES, Sal %, Sal ppt, Sal psu Een berekende waarde op basis van de geleidbaarheid van de oplossing (TDS = factor x EC ).
  • Pagina 140 Geleidbaarheid meten gelijk aan 1 en S=35. De praktische zoutgehalteschaal kan worden toegepast op waarden van 0 tot en met 42,00 psu bij temperaturen tussen 0 en 35 ºC. Sal ppt Metingen uitgedrukt in ppt zijn gebaseerd op de natuurlijke zeewaterschaal (0,00 tot 80,00 g/l en 10 tot 31 °C temperatuurbereik).
  • Pagina 141 Geleidbaarheid meten Temperatuurbron Opties: Elektrode, Handmatig • Als het item is geselecteerd, drukt u op WIJZIGEN voor de vervolgkeuzelijst met opties. • Gebruik de pijltjestoetsen om door de opties te bladeren. • Druk op BEVESTIG om op te slaan. Handmatige temperatuurwaarde Standaardwaarde is 25 °C.
  • Pagina 142 Geleidbaarheid meten Temperatuurcoëfficiënt Opties: 0,00 tot 10,00 %/ °C De temperatuurcoëfficiënt is een functie van de oplossing die wordt gemeten. Voor zoetwatermonsters bedraagt de temperatuurcoëfficiënt circa 1,90 %/°C. • Druk op INSTELLEN om te wijzigen.De knipperende waarde geeft aan dat deze kan worden gewijzigd met de omhoog/omlaag-toetsen.
  • Pagina 143 Geleidbaarheid meten 20.4. KALIBRATIE De controller maakt twee soorten EC-kalibratieprocedures mogelijk: • Standaard tweepunts geleidbaarheidskalibratie met standaarden voor bepaling van de celfactor: Œ 0,000 μS/cm voor offset Œ 84,0 μS/cm, 1413 μS/cm, 5,00 mS/cm,12,88 mS/cm voor de 0,1/cm cel Œ 80,0 mS/cm, 111,8 mS/cm bijkomende standaarden voor de 1,0/cm cel •...
  • Pagina 144 Geleidbaarheid meten 5. Wanneer de meting stabiel is en binnen de limieten ligt, wordt BEVESTIG weergegeven.Druk op BEVESTIG om op te slaan. “Wachten” wordt weergegeven totdat het eerste kalibratiepunt (Offset-kalibratie) is geaccepteerd en opgeslagen. 6. Druk op Volgende om door te gaan met een tweede punt (of op Exit om terug te keren naar het menu). Tweepunts 1.
  • Pagina 145 Geleidbaarheid meten Voorbereiding Gebruik een referentie-instrument om de proces-EC- of zoutgehalte-waarde te bepalen en noteer de waarde. • Ga naar Kanaalmenu, gebruik de virtuele toets INSTELLEN en selecteer Elektrode-instellingen. • Druk nogmaals op INSTELL. en gebruik de omhoog/omlaag-toetsen om naar Meetmodus te navigeren. •...
  • Pagina 146 Geleidbaarheid meten 5. Druk op BEVESTIG wanneer dit wordt weergegeven om de kalibratie te bevestigen en op te slaan. “Wacht” wordt weergegeven, gevolgd door “Kalibratie Gereed” wanneer de proceskalibratie is beves- tigd en opgeslagen. De regelaar keert terug naar het menu. 20.4.4.
  • Pagina 147 “Wacht” wordt weergegeven, gevolgd door “Gereed” wanneer de proceskalibratie is bevestigd en opgeslagen. De regelaar keert terug naar het menu. Installatie-aanbevelingen De HI510 controller is samen met een HI7630-28zz-elektrode ontworpen om te voldoen aan de ASTM D5391- 99-vereisten voor elektrische geleidbaarheid en resistiviteit van stromende monsters van zeer zuiver water.
  • Pagina 148 Geleidbaarheid meten • De elektrode is gespecificeerd tot 6 bar bij 25 °C. 20.4.5. Kalibratie wissen 1. Druk in het kalibratiescherm op VERW. wanneer dit wordt weergegeven. 2. Druk op om het verwijderen te bevestigen. 3. “Kalibratie verwijderd” wordt weergegeven en vervolgens gaat de controller opnieuw naar de kalibra- tiemodus.
  • Pagina 149 Geleidbaarheid meten Reiniging Vuile of onjuist gereinigde elektroden kunnen resulteren in onregelmatige en onnauwkeurige metingen. • Verwijder en inspecteer de elektrode tijdens geplande onderhoudsintervallen. • Maak de sensor droog met een zachte borstel om eventueel vuil los te maken. Voor een grondigere reiniging •...
  • Pagina 150 21. OPGELOST ZUURSTOF METEN MET GALVANISCHE ELEKTRODE 21.1. ELEKTRODEVOORBEREIDING & CONTITIONERING Elektrodes van Hanna Instruments worden droog verzonden. Verwijder vóór gebruik de rode en zwarte transportdop. De membraandop en het elektrolytreservoir moeten vóór het eerste gebruik worden gevuld met HI7042B galvanische DO-elektrolytoplossing.
  • Pagina 151 Opgelost zuurstof meten met galvanische elektrode 12. Tik stevig op de zijkanten van de elektrode om er zeker van te zijn dat er geen luchtbellen in de dop zitten. Houd de elektrode een paar uur in water om te acclimatiseren. 13.
  • Pagina 152 Opgelost zuurstof meten met galvanische elektrode 178 mm (7.0”) HI7640-1800 galvanische DO-elektrode met DIN-connector 21.3.2. Elektrodekoppeling Lijn de pinnen uit en druk vervolgens de stekker in het contact. Draai de kraag om deze op zijn plaats te vergrendelen. Elektrodeaansluiting moet worden uitgevoerd terwijl de controller is losgekoppeld van de voeding. Ô...
  • Pagina 153 Opgelost zuurstof meten met galvanische elektrode 21.3.4. Onderdompeling met bovendraad, door gebruiker gemonteerd Kabelwartel Buisdop Van Stone-flens (een maat kleiner dan de pijp) 2”, of vergelijkbaar, PVC buis (schema 80 PVC) Verloopbus • interne schroefdraad voor ¾” NPT-schroefdraad elektrode • externe schroefdraad voor aansluiting op buis of mof Galvanische DO-elektrode A.
  • Pagina 154 Opgelost zuurstof meten met galvanische elektrode Procescontroller Bedradingskabel FLOW CELL DO-elektrode Stroomceladapter Doorstroomcel EXIT FLOW Kleppen Aanboorzadel VALVE 2 VALVE 1 FLOW FLOW TANK...
  • Pagina 155 Opgelost zuurstof meten met galvanische elektrode 21.3.6. Installatie T-stuk (niet meegeleverd) • Oriënteer de elektrode met de sensor naar de stroming gericht. • Wikkel PTFE-tape rond de bovenste schroefdraden en vattingen van de elektrode voordat u deze monteert. T-stuk Adapter Elektrode Montageaccessoires Afmeting...
  • Pagina 156 Opgelost zuurstof meten met galvanische elektrode Temp. bron moet als handmatig worden ingesteld. Saliniteitsfactor[g/l] Opties: 0 tot 70 g/l De correctiefactor voor het zoutgehalte is de verhouding tussen de oplosbaarheid van zuurstof in water bij een bepaald zoutgehalte en de oplosbaarheid ervan in zoet water bij een identiek gespecificeerde watertem- peratuur en barometrische druk.
  • Pagina 157 21.5. KALIBRATIE De HI510-controller maakt twee soorten kalibratieprocedures voor opgelost zuurstof mogelijk. • Standaard één- of tweepuntskalibratie met behulp van met water verzadigde lucht of met lucht verzadigd water en een zuurstofvrije oplossing om te verifiëren dat de elektrode correct werkt en een helling vast te stellen •...
  • Pagina 158 Opgelost zuurstof meten met galvanische elektrode • Stel de waarde voor het zoutgehalte in als de elektrode wordt blootgesteld aan brak water. Procedure Bij een tweepuntskalibratie wordt voor de kalibratie gebruik gemaakt van met water verzadigde lucht en een oplossing zonder zuurstof. 1.
  • Pagina 159 Opgelost zuurstof meten met galvanische elektrode • De procesregelaar en de elektrode moeten vooraf met twee standaarden zijn gekalibreerd (helling bepaald). Procedure 1. Druk op om de kalibratiemodus te openen. Voer de toegangscode in wanneer daarom wordt gevraagd, terwijl het wachtwoord is ingeschakeld. 2.
  • Pagina 160 Opgelost zuurstof meten met galvanische elektrode Kalibratie-waarschuwingen Melding Aanbevolen actie Controleer of de juiste kalibratieoplossing “Wrong Std” is gebruikt en/of maak de elektrode De waarde overschrijdt de verwachte waarde. schoon. Kalibratie kan niet worden bevestigd. “Temperatuurfout” Gebruik nieuwe kalibratieoplossing en/of De temperatuur van de oplossing valt buiten het reinig de temperatuursensor.
  • Pagina 161 Opgelost zuurstof meten met galvanische elektrode 5. Spoel het elektrodelichaam en het reservoir met leidingwater. 6. Zorg ervoor dat het kanaal naar het elektrolytreservoir niet verstopt is. 7. Reinig de afzettingen voorzichtig van de zinkanode met een pluisvrije doek. 8. Inspecteer de O-ringen op slijtage. Vervang de beschadigde O-ring en gooi deze weg. 9.
  • Pagina 162 Opgelost zuurstof meten met optische elektrode 22. OPGELOST ZUURSTOF METEN MET OPTISCHE ELEKTRODE 22.1. VOORBEREIDING & CONTITIONERING 1. Draai de elektrode om, zodat de kabel naar de vloer wijst. 2. Verwijder de beschermdop. 3. Zoek de O-ring die op het elektrodelichaam zit. Smeer spaarzaam met een dun laagje bijgeleverd vet. Zorg ervoor dat vet/vingerafdrukken niet in contact komen met het optische venster.
  • Pagina 163 Opgelost zuurstof meten met optische elektrode 22.2. ALGEMENE INSTALLATIEOVERWEGINGEN • Elektrodes kunnen eenvoudig worden geïnstalleerd met behulp van de ¾” NPT externe schroefdraad. • Draai de elektrode met de hand op zijn plaats. Draai vervolgens, afhankelijk van het proces, een van de twee slagen vast met een sleutel om hem op zijn plaats vast te zetten.
  • Pagina 164 Opgelost zuurstof meten met optische elektrode 22.3.3. Door de gebruiker te monteren dompelinstallatie met bovendraad Kabelwartel Buisdop (schroefdraad) Van Stone-flens (één maat kleiner dan de pijp) 2”, of vergelijkbaar, PVC buis (80 PVC) Verloopbus • binnendraad voor ¾” NPT-schroefdraad van de elektrode •...
  • Pagina 165 Opgelost zuurstof meten met optische elektrode 22.3.5. Installatie met doorstroomcel • De circulatieleidingen van de tank naar de doorstroomcel moeten thermisch geïsoleerd zijn. Vermijd temperatuurverschillen groter dan 2 °C tussen de tankinhoud en het stroomcelmonster. • Scherm het geheel af tegen direct zonlicht. Procescontroller Bedradingskabel FLOW CELL...
  • Pagina 166 Opgelost zuurstof meten met optische elektrode 22.4. CONFIGUREERBARE MEETPARAMETERS Temperatuurbron Opties: Elektrode, Handmatig • Als het item is geselecteerd, drukt u op WIJZIGEN voor de vervolgkeuzelijst met opties. • Gebruik de omhoog/omlaag-toetsen om te bladeren tussen Elektrode of Handmatig. • Druk op BEVESTIG om op te slaan.
  • Pagina 167 • Terwijl het item geselecteerd is, drukt u op INSTELL. • Gebruik de omhoog/omlaag-toetsen om het aantal monsters te wijzigen. • Druk op BEVESTIG om op te slaan. 22.5. KALIBRATIE De HI510-controller maakt twee soorten kalibratieprocedures voor opgelost zuurstof mogelijk.
  • Pagina 168 Opgelost zuurstof meten met optische elektrode • Standaard één- of tweepuntskalibratie met behulp van met water verzadigde lucht of met lucht verzadigd water en een zuurstofvrije oplossing om te verifiëren dat de elektrode correct werkt en een helling vast te stellen. •...
  • Pagina 169 Opgelost zuurstof meten met optische elektrode 8. Druk op BEVESTIG (zodra de meting is gestabiliseerd). Druk op BEVESTIG om het kalibratiepunt op te slaan. Als u op AFSLUITEN drukt, wordt een kalibratie met één punt opgeslagen. 9. Druk op VOLGENDE om de tweede puntkalibratie te volgen.
  • Pagina 170 Opgelost zuurstof meten met optische elektrode 3. Gebruik de omhoog/omlaag-toetsen om de proceswaarde aan te passen in overeenstemming met de vooraf bepaalde waarde. 4. Wanneer de meting stabiel is, wordt BEVESTIG weergegeven. Druk op BEVESTIG om de kalibratie op te slaan. “Wacht” wordt onderaan weergegeven totdat de kalibratie is opgeslagen. “Gereed” wordt weergegeven en de regelaar keert terug naar het menu.
  • Pagina 171 Opgelost zuurstof meten met optische elektrode Kalibratie-waarschuwingen Melding Aanbevolen actie “Wrong Std” Controleer of de juiste kalibratieoplossing is De waarde overschrijdt de verwachte waarde. gebruikt en/of maak de elektrode schoon. Kalibratie kan niet worden bevestigd. “Temperatuurfout” Gebruik nieuwe kalibratieoplossing en/of De temperatuur van de oplossing valt buiten reinig de temperatuursensor.
  • Pagina 172 Opgelost zuurstof meten met optische elektrode 4. Verwijder de vervallen Smart Cap van de sensor door de dop bij de pijl in te drukken en van de sensor- behuizing te trekken (niet draaien). 5. Verwijder de gebruikte O-ring door deze van de sensor te rollen. 6.
  • Pagina 173 Modbus 23. MODBUS Modbus is een vraag / antwoord-softwareprotocol bedoeld voor efficiënte en onmiddellijke industriële procesbesturing op afstand. 23.1. BEKABELING MODBUS Volg de kabelmarkeringen (+ positief / – negatief) om er zeker van te zijn dat de uitgangskabels correct zijn aangesloten op de COMM-positie (terminal 2) op het moederbord. Terminal Terminal - B A +...
  • Pagina 174 De afstandsbedieningsmodus moet zijn ingeschakeld. Na het Slaat gegevens op die zijn ingevoerd in Remote Save bewerken/wijzigen van parameters wordt de HI510 in de wacht de bewerkingsmodus gezet en worden de gegevens opgeslagen. Na een Remote Save doorloopt de controller automatisch een...
  • Pagina 175 probleemoplossing 24. PROBLEEMOPLOSSING Symptoom Probleem Oplossing Week de elektrodetip gedurende 30 minuten in Vuile pH-elektrode de HI7061 elektrodereinigingsoplossing en volg vervolgens de reinigingsprocedure. Lange reactietijd/ Overmatige Verwijder en reinig de huls. Zorg ervoor dat de drift Vuile EC-elektrode ringen op de elektrode schoon zijn. Verwijder de dop.
  • Pagina 176 Toepassingsconfiguratie 25. TOEPASSINGSCONFIGURATIE Een configuratievoorbeeld met elektroden, RS-485 Modbus-afstandsbediening, ingang, uitgang en analoge bedrading. HI510 configuratie...
  • Pagina 177 Accessoires 26. ACCESSOIRES 26.1. PH-KALIBRATIEVLOEISTOFFEN HI7004M of HI7004L 4,01pH kalibratievloeistof 230 of 500 ml HI7006M of HI7006L 6,86 pH kalibratievloeistof 230 of 500 ml HI7007M of HI7007L 7,01pH kalibratievloeistof 230 of 500 ml HI7009M of HI7009L 9,18 pH kalibratievloeistof 230 of 500 ml HI7010M of HI7010L 10,00 pH1 kalibratievloeistof 230 of 500 ml...
  • Pagina 178 Accessoires 26.6. REINIGINGSVLOEISTOF HI7061M of HI7061L Reinigingsoplossing, algemeen 230 of 500 ml HI7073M of HI7073L Reinigingsoplossing, proteïne 250 ml+3 zakjes of 500 ml +6 zakjes HI7074M of HI7074L Reinigingsoplossing, anorganisch 250 of 500 ml Reinigingsoplossing, oliën en HI7077M of HI7077L 250 of 500 ml vetten 26.7.
  • Pagina 179 Accessoires HI60501 PVC elektrodehouder voor onderdompeling Cable locking system Adjuster Ø 165 mm (6.5”) Mounting flange HI605011 PVC pipe Electrode O-rings Protective cap Ø 50 mm (2”)
  • Pagina 180 Accessoires HI60542 Inline elektrodehouder voor direct in buis Electrode 88 mm 10 mm 30 mm O-ring 12 mm 3/4” Electrode holder 2” NPT...
  • Pagina 181 Accessoires 26.9. AANBOORZADELS BL120-400 BL120-500 Doorstroomcel Kit voor elektrodehouder adapterkit (O-ring, adapter) BL120-401 BL120-501 Kraan voor doorstroomcel Beschermdop, 1-1/4” (2x1/2’F) draad BL120-550 BL120-402 Aanboorzadel voor Aan- en afvoerleiding elektrode (1-1/4”F diam. (10m) voor doorstroomcel 50 mm) BL120-563 BL120-410 Aanboorzadel voor Doorstroomcel elektrode (1-1/4”F diam.
  • Pagina 182 Accessoires BL120-603 BL120-604 Plastic elleboog voor door- O-ring voor doorstroomcel stroomcel van BL12x-20 van BL12x-20 26.10. MONTAGESETACCESSOIRES HI510-01 Paneelmontagekit Beschrijving Aantal Paneelbeugel M4 × 45 schroef, kruiskop Sluitring voor M6 schroef Veerring, M6 M6 × 12 mm schroef (DIN 7985)
  • Pagina 183 Accessoires HI510-02 Wandmontagekit Beschrijving Aantal Verzinkte houder Sluitring voor M6 schroef Veerring, M6 M6 × 12 mm schroef (DIN 7985)
  • Pagina 184 Accessoires HI510-03 Pijpbevestigingsset Beschrijving Aantal Zeskantmoer, M8 Verzinkte houder Sluitring voor M8 schroef Veerring, M8 Sluitring voor M6 schroef Veerring, M6 U-bout 1” U-bout 1½” U-bout 2½” M6 × 12 mm schroef (DIN 7985)
  • Pagina 185 Annex HI605101 Railmointagekit 27. ANNEX 27.1. BUFFERWAARDEN BIJ VERSCHILLENDE TEMPERATUREN Temperatuur heeft een effect op de pH. De kalibratievloeistoffen worden beïnvloed door de temperatuur. Tijdens een twee- of driepuntsbufferkalibratie maakt de controller gebruik van automatische bufferherken- ning. De volgende grafiek kan alleen ter referentie gerbuikt worden. Temperatuur pH-waarden °C...
  • Pagina 186 Annex Als de buffertemperatuur bijvoorbeeld 25 °C is, moet het display respectievelijk 4,01, 7,01 of 10,01 pH weergeven voor buffers van 4, 7 of 10 pH. Bij 20 °C moet het display een pH van 4,00, 7,03 of 10,06 weergeven. Bij 50 °C moet het display een pH van 4,06, 6,98 of 9,82 weergeven. CERTIFICERING Dit product voldoet aan alle Europese richtlijnen.
  • Pagina 187 Annex Als er onderhoud nodig is, neem contact op met uw leverancier. Als het instrument onder garantie valt, vermeld modelnummer, datum van aankoop, serienummer en aard van het probleem. Als de reparatie niet onder de garantie valt, wordt u in kennis gesteld van de gemaakte kosten.
  • Pagina 188 Hanna Instruments Nederland Betuwehaven 6 NL-3433 PV Nieuwegein +31 (0)30-289 68 42 info@hannainstruments.nl www.hannainstruments.nl Hanna Instruments België Winninglaan 8 BE-9140 Temse +32 (0)3 710 93 40 info@hannainstruments.be www.hannainstruments.be 27/11/2023, 16:23...