61
Voor een geavanceerde reiniging wordt de geconfigureerde spoelrelais geactiveerd en blijft het gedurende de
hele reiniging aan. Nadat de spoeltijd voor het wassen is verstreken, is het tweede wasrelais ingeschakeld
voor de wastijd. Naarmate deze tijd verstrijkt, wordt de spoeltimer na het wassen gestart, gevolgd door een
hersteltimer terwijl het elektrodesysteem opnieuw wordt afgestemd op het proces, vervolgens eindigt de rei-
nigingscyclus en keert de controller terug naar de normale Meet- en Regelservice. Deze spoel- of wascyclus
kan naar wens meerdere keren worden herhaald.
• Druk in het hoofdmenu op de pijltjestoetsen om Reiniging te selectern. Als het reinigingsitem is
geselecteerd, drukt u op
• Als de optie Reiniging is geselecteerd, drukt u op
• Voer wanneer gevraagd het wachtwoord in.
• Druk daarna op
• De optie Enabled* dient geactiveerd te zijn (vinkje weergegeven) om de rest van de configureerbare
parameters te kunnen wijzigen.
• Druk op de pijltjestoetsen om tussen parameters te schakelen.
• Druk op de TERUG-toets om terug te keren naar het menu zonder op te slaan.
Ingeschakeld
Opties: Ingeschakeld, Uitgeschakeld
• Als Ingeschakeld is geselecteerd, drukt u op de desbetreffende virtuele toets om de reinigingsmodus in
te schakelen (activeren) of uit te schakelen.
Type
Opties: Eenvoudig, Geavanceerd
• Als Reinigingstype is geselecteerd, drukt u op Geavanceerd of Eenvoudig om tussen de opties te
wisselen.
Ext. activatie
Opties: Geen, Ingang 1, Ingang 2
START
om een reinigingscyclus te starten.
JA
om het apparaat in Hold te plaatsen.
INSTELL.
om het scherm te openen.
INSTELL.
Enable
b
Reiniging