Inhoudsopgave
Advertenties
53
De controller valideert de geconfigureerde instellingen bij een poging om Menu te verlaten en
Ô
verwijst de gebruiker naar eventuele ongeldige parameters. Druk bij de vraag om de wijzigingen
op te slaan op JA.
8. UITGANGEN
• Druk in het hoofdmenu op de pijltjestoetsen om Uitgangen te selecteren.
• Wanneer Uitgangen is geselecteerd, is de virtuele toets
• Druk op
INSTELL.
om een submenu te openen die Relais en Analoge uitgangen bevat
• Druk op de
ud
openen.
• Voer bij de prompt het wachtwoord in.
• Druk op
JA
om de eenheid in Hold te plaatsen en parameters te wijzigen wanneer het wachtwoord is
ingeschakeld.
Zowel Relais als Analoge uitgangen kunnen worden gebruikt als onderdeel van een procesbesturingssysteem.
HI510-320 heeft 3 relais en 2 analoge uitgangen (AO) en HI510-540 heeft 5 relais en 4 analoge
Ô
uitgangen (AO).
Relaiscontacten worden aangesloten op besturingselementen zoals kleppen, pompen en motoren die worden
gebruikt voor processturing. Ze worden ook gebruikt om te communiceren met geautomatiseerde elektro-
de-reinigingsapparaten.
Analoge uitgangssignalen worden gekoppeld aan controle- en automatiseringssystemen of aan een eenvou-
dige grafiekrecorder om procesmetingen vast te leggen.
Het controllermodel bepaalt het aantal relais en analoge uitgangen.
Ô
INSTELL.
Enable
b
toetsen voor de opties en druk
INSTELL.
zichtbaar.
u
d
INSTELL.
om de geselecteerde parameter te
Uitgangen
Advertenties
Inhoudsopgave
