13
Virtuele toetsen
o o o
De drie virtuele toetsen voeren de functies uit die onderaan het scherm worden weergegeven. Virtuele
toetsen kunnen worden gebruikt om parameterwaarden in te stellen of te wijzigen of om logbestanden te
openen, te exporteren of te verwijderen.
3.2. CONTEXTUELE HULP
HI510 biedt een interactieve contextuele helpmodus die u op elk moment bijstaat.
• Om het helpscherm te openen, drukt u op de diagnosetoets
informatie weer met betrekking tot het huidige scherm.
• Om alle beschikbare informatie te lezen, bladert u door de tekst met de pijltjestoetsen
• Om de helpmodus te verlaten, drukt u op de terug-toets
vorige scherm.
3.3. ICONEN & FUNCTIES
Symbool
Een waarschuwingssymbool waarbij toestemming van de gebruiker vereist is.
b
Een waarschuwingssymbool vraagt de gebruiker geduld te hebben terwijl
a
informatie in de elektrode wordt opgeslagen en bijgewerkt.
Weergegeven in de rechterbovenhoek van het titel- en statusgebied, geeft de
status van de wachtwoordbeveiliging van het instrument aan.
Wordt weergegeven in het midden van het titel- en statusgebied, geeft een
!
waarschuwing aan. Druk op de DIAG-toets voor een beschrijving van de
waarschuwing en suggestie voor mogelijke actie.
b
Functie
. Het instrument geeft aanvullende
h
en de controller keert terug naar het
Voorbeeld
pH
Measure
10.37
Functiebeschrijving
.
ud
pH
°C
25.0