Geleidbaarheid meten
5. Druk op
BEVESTIG
"Wacht" wordt weergegeven, gevolgd door "Kalibratie Gereed" wanneer de proceskalibratie is beves-
tigd en opgeslagen. De regelaar keert terug naar het menu.
20.4.4. Metingen in ultrapuur water
Resistiviteit is het omgekeerde van geleidbaarheid en hun schalen benadrukken verschillende delen van het
meetbereik. Resistiviteit wordt vaak gebruikt in ultrapuur water, terwijl grotere hoeveelheden verontreinigingen
het beste kunnen worden gemeten in geleidbaarheid (EC). De gebruiker kan vervolgens de modus wijzigen in
RES om te meten in resistiviteitseenheden (MΩ•cm).
Ultrapuur water ioniseert zelf in H+ en OH- ionen en heeft een geleidbaarheid van 0,055 μS/cm of een
resistiviteit van 18,18 MΩ•cm bij 25 °C. De zelfionisatie van water is sterk temperatuurafhankelijk.
De aanbevolen temperatuurcompensatie voor dit soort metingen (enkel met HI7630-28-elektroden) is
"Standaard", omdat hierbij gebruik wordt gemaakt van het juiste compensatie-algoritme.
Kalibratie-aanbevelingen
• Verwijder de elektrode uit het proces en schud al het water eruit.
• Wacht tot het vocht is verdampt voordat u gaat kalibreren.
• Hang de elektrode in de lucht en gebruik 0,000 μS/cm of 0,0 μS/cm als eerste kalibratiepunt.
• Gebruik 84 μS/cm standaard voor de beste kalibratie.
Proceskalibratie (alleen indien geleidbaarheidskalibratie voltooid)
Om de proceskalibratie van de weerstand te kunnen invoeren, moet de ingangswaarde van de weerstand
groter zijn dan 50 Ω•cm (k ≈ 0,1/cm) of 15 Ω•cm (k ≈ 1,0/cm).
1. Plaats de gereinigde elektrode in een leiding, in stromend, gasvrij water.
2. Laat de elektrode acclimatiseren aan het water en de temperatuur.
3. Zet de meetmodus terug naar RES.
4. Controleer of Temp.Comp. is ingesteld op Standaard. Controleer of de temperatuur overeenkomt met de
referentiemeting.
wanneer dit wordt weergegeven om de kalibratie te bevestigen en op te slaan.
146