HANDMATIGE BELICHTING - M
Handmatige belichting biedt de fotograaf de moge-
lijkheid om sluitertijd en diafragma zelf in te stellen.
Voor meer informatie over het effect van diafragma
en sluitertijd raadpleegt u bladzijde 30. Tijdopname
(B-stand) is hierbij ook mogelijk (zie bladzijde. 40).
1
38
G
EAVANCEERDE FUNCTIES
Draai aan het instelwiel (1) om de
sluitertijd in te stellen van 30 tot 1/2000
seconde.
2
Druk op de belichtingscorrectietoets
(2), houd hem ingedrukt en draai aan
het instelwiel (1) om het diafragma in
te stellen. Het diafragmabereik is af-
hankelijk van het objectief. Sluitertijd
en diafragma worden in het LCD ge-
toond. Druk de ontspanknop half in om
in de zoeker te kunnen aflezen of de
belichting juist is.
Om invulflitsen te gebruiken, drukt u op
de flitstoets (3) om de flitser te laten
uitklappen. De flitsbelichting wordt
automatisch door de camera geregeld.
3
De sluitertijd mag niet korter zijn dan
de flitssynchronisatietijd van 1/90 s.
Het flitsbereik is afhankelijk van het
diafragma (zie bladzijde 25). Om de
flitser uit te zetten, drukt u de flitskop
omlaag.