GEAVANCEERDE FUNCTIES
Hier worden de geavanceerde functies van de camera behandeld. Zorg
dat u vertrouwd bent met de 'basishandelingen' alvorens verder te gaan.
Onderwerpprogramma's - om de camera optimaal in te
stellen voor bepaalde onderwerpen of omstandigheden
(blz. 26).
Volautomatische programmabelichting - de camera regelt
alles volledig zelf, om moeiteloos te fotograferen (blz. 33).
Off - om de camera uit te zetten.
P - programmabelichting, diafragma en sluitertijd worden
automatisch door de camera ingesteld (blz. 34).
A - diafragmavoorkeuze, de sluitertijd wordt door de ca-
mera ingesteld aan de hand van het door de fotograaf
ingestelde diafragma (blz. 35).
S – sluitertijdvoorkeuze, het diafragma wordt door de ca-
mera ingesteld aan de hand van de door de fotograaf
ingestelde sluitertijd (blz. 36)
M - handmatige belichtingsregeling, de fotograaf kiest zo-
wel het diafragma de sluitertijd om de juiste belichting in te
stellen (blz. 38).
32
G
EAVANCEERDE FUNCTIES
KEUZEWIEL
Met het keuzewiel hebt u direct toegang tot de
belangrijkste belichtingsmogelijkheden van de
camera. Het keuzewiel fungeert tevens als
hoofdschakelaar. Draai het keuzewiel simpelweg
naar de gewenste stand.