Montage van het apparaat
LET OP!
VOOR HET OPENEN VAN DE BUZING ALTIJD SPANNINGSLOOS MAKEN!
Werkzaamheden binnen in de regeling morgen alleen spanningsloos worden uitgevoerd.
De schroef aan de bovenzijde van de behuizing losdraaien en deksel eraf nemen. De
regelaarelektronica bevindt zich in de deksel. Door contactpennen wordt later bij het
terugplaatsen de verbinding met de klemmen op de grondplaat gemaakt. De grondplaat kan
door de beide gaten met het meelgeleverde montagemateriaal aan de wand worden
bevestigd (met de kabeldoorvoeringen naar beneden).
Elektrische aansluiting
Let op: De elektrische aansluiting mag alleen door vakpersoneel volgens de geldende
richtlijnen geschieden. De sensorleidingen mogen niet met de netspanning samen in een
kabelkanaal worden verlegd. De maximale belasting van de uitgang bedraagt in de
toerentalversie (VD) 1,5A en in de relaisversie (VR) 2,5A. Bij een directe aansluiting van
filterpompen is daarbij noodzakelijkerwijs op het vermogen te letten. Voor alle aardleidingen
daarvoor de beschikbare klemlijst te gebruiken.
Opmerking: Ter beveiliging tegen bliksemschade dient het systeem volgens de voorschriften
te worden geaard en met een overspanningsbeveiliging te zijn uitgevoerd. Sensoruitval door
onweer cq. door elektrostatische lading zijn meestal op een ondeugdelijke montage te
herleiden.
Alle sensormassa's
zijn intern verbonden en willekeurig uit te wisselen.
49