Inhoudsopgave
Advertenties
Principieel geldt voor alle programma's (16, 17):
Er is geen thermostaat- of differentieschakelfunctie geactiveerd. Bij het instellen van een
programma wordt automatisch de meetsnelheid van de ingang S2 van MW 1.0 naar MW 0.4
verhoogd (zie in het menu MEN onder SENSOR) en de toerentalregeling als alternatieve
parameter met de volgende basisinstelling geactiveerd (zie in het menu MEN onder PDR):
Absolute wrde.reg. AR I 2
Verschilreg ............ DR N12
Voorwaardereg ..... ER --
Proportioneel deel . PRO 3
minimaal toerental. MIN 0
Verder zijn de waardes voor de gewenste warmwatertemperatuur (SWA) en de
mengdifferentie (SWD) in het parametermenu beschikbaar, om de gebruiker een snelle
toegang hiertoe te verschaffen. Voor een gedetailleerde beschrijving van de toerentalregeling
en stabiliteit: zie toerentalregeling PDR.
Bij gebruik van energie-efficiënte pompen met PWM- of 0-10V-signaal dienen de
regelingen in het menu PDR te worden gedeactiveerd (AR --, DR --). In plaats hiervan
worden de instellingen in het menu STAG doorgevoerd.
Programma 16
Met behulp van de toerentalregeling wordt via de ultrasnelle sensor S2 (accessoire MSP60
of MSP130) de warmwater continue op een constante temperatuur gehouden. Geringe
warmteverliezen treden hierbij op. Een stromingsschakelaar S3 is niet noodzakelijk.
Programma 17
De toerentalregeling is alleen actief, indien de stromingsschakelaar S3 (accessoire
STS01DC...) een volumestroom meldt. Er ontstaan geen onnodige warmteverliezen. De
sensor S3 wordt door het programma op DIG ingesteld.
Gew.waarde Abs . SWA 48 °C
Gew.waarde Diff .. SWD 7,0 K
Integrerend deel ... INT 1
maximaal toerent. MAX 30
Differentierend deel .. DIF 4
Inschak.vertraging.... ALV 0
11
Advertenties
Inhoudsopgave
