Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

DR N12
Differentieregeling in normaal bedrijf tussen sensor S1 en S2. (standaard = --)
Instelbereik:
SWD 10
De gewenste waarde (Sollwert) van de differentieregeling bedraagt 10K.
Volgens voorbeeld wordt dus het temperatuurverschil tussen S1 en S2 op 10K
constant gehouden.
Let op: SWD dient altijd groter te zijn als de uitschakeldifferentie van de
basisfunctie. Bij een kleinere SWD blokkeert de basisfunctie de vrijgave van de
pomp, voordat de toerentalregeling de gewenste waarde heeft bereikt.
(standaard = 10K)
Instelbereik: 0,0 tot 9,9K in stappen van 0,1K / 10 tot 99K in stappen van 1K
Indien tegelijkertijd de absolute waarderegeling en de verschilregeling actief zijn, "wint" het
laagste toerental uit de beide regelprincipes.

Voorwaarderegeling

= treedt een vastgelegde temperatuurvoorwaarde op, wordt de toerentalregeling actief en
wordt een sensor constant gehouden.
Indien S3 bijvoorbeeld 60°C heeft bereikt (activeringsdrempel), dient de collector op een
bepaalde temperatuur te worden gehouden. Het constant houden van de betreffende sensor
functioneert zoals bij de absolute waarderegeling.
ER N31
Voorwaarderegeling in normaal bedrijf, een opgetreden voorwaarde op sensor
S3 leidt tot het constant houden van sensor S1. (standaard = --)
Instelbereik:
SWE 60
De drempelwaarde van de voorwaarderegeling bedraagt 60°C. Bij een
temperatuur van boven 60°C op S3 wordt de toerentalregeling actief.
(standaard = 60°C)
Instelbereik: 0 tot 99°C in stappen van 1°C
SWR 10
De gewenste waarde van de verschilregeling bedraagt 10°C. Zodra de
voorwaarde opgetreden is, wordt S1 op 10°C constant gehouden. (standaard =
130°C)
Instelbereik: 0 tot 199°C in stappen van 1°C
De voorwaarderegeling "overschrijft" toerentallen uit andere regelprincipes. Hierdoor kan
een vastgelegde voorwaarde de absolute waarde- of verschilregeling blokkeren.
Volgens voorbeeld: Het constant houden van de collectortemperatuur op 50°C met de
absolute waarderegeling wordt geblokkeerd (overschreven), indien de boiler bovenin reeds
een temperatuur van 60°C heeft bereikt => het snel opwarmen van tapwater op een
bruikbare temperatuur is afgerond. Er dient nu met maximaal debiet (en daardoor lager
temperatuurverschil en iets beter rendement) verder te worden geladen. Hiertoe dient als
nieuwe gewenste temperatuur in de voorwaarderegeling een waarde worden opgegeven,
waarbij automatisch het maximale toerental wordt gevraagd (bv. S1 = 10°C).
36
DR N12 tot DR N32, DR I12 tot DR I32)
DR -- = Verschilregeling is gedeactiveerd
ER N12 tot ER N32, ER I12 tot ER I32)
ER -- = Voorwaarderegeling is gedeactiveerd

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Esr 31r

Inhoudsopgave